OpinieProtest tegen racisme
Aan positieve discriminatie hebben we het meest
Het protest tegen racisme mist oplossingen. Blaas een oude, verguisde methode nieuw leven in, bepleit Ela Colak.
Naar aanleiding van de antiracismedemonstraties laait de discussie over discriminatie weer op, wat ik alleen maar toejuich. Ik mis echter één tendens: een oplossing vinden tussen alle reuring.
September 2010: ik begon aan de master Amerikanistiek aan de Universiteit van Amsterdam, met als achterliggende gedachte dat ik de journalistiek in wilde. Ook toen was de roep om diversiteit in het Mediapark in Hilversum dringend. Zo dringend, dat er een heuse stage-netwerkdag werd georganiseerd speciaal voor niet-westerse Nederlanders. Studenten met dezelfde ambitie als ik (met Turkse roots) konden zich die middag voorstellen aan redacteuren van diverse actualiteitenprogramma’s van radio en televisie. Deze bijeenkomst bood me geen garantie op een stage, maar ik heb wel een heleboel handjes geschud die ik normaliter niet zou schudden.
Zonder gêne
Samen met een Chinees-Nederlandse vriend van me ging ik er zonder gêne op af. Waarom zouden we niet deze kans grijpen? Zo dacht ik op mijn 23ste. Ja, we hadden toen misschien een streepje voor op onze ‘witte’ medestudenten, maar als de redacties in Hilversum meer kleur wilden op de werkvloer, dan was het logisch dat ze rigoureus hun sollicitatieprocedure moesten herzien. Tien jaar later denk ik er nog steeds hetzelfde over. Los van een paar televisiepresentatoren en tafelgasten van kleur, lijkt de situatie onveranderd.
De veelgehoorde kritiek op positieve discriminatie is ‘dat kwaliteit er dan niet meer toe doet’. Onzin. Na die ‘multiculturele’ netwerkdag werd ik echt niet voor talloze gesprekken uitgenodigd. Van slechts twee redacteuren trok ik de aandacht, en wel omdat ik een Amerikanist in spe was en al twee jaar ervaring had als radiomaker. Daarnaast ken ik nu maar een handjevol jonge journalisten die door de nadruk op hun niet-westerse achtergrond een vliegende start hebben gemaakt, in de loop der jaren zijn gaan floreren en intussen kwaliteitswerk leveren. Velen zijn waarschijnlijk niet door een keuring gekomen of hebben het er na talloze afwijzingen bij laten zitten.
De afgelopen weken was bij het televisieprogramma M onder meer advocaat Natacha Harlequin te gast om over het politiegeweld in de Verenigde Staten te praten. Nu het onderwerp racisme breder wordt besproken, pleit Harlequin hartstochtelijk dat er in de top van bedrijven meer posities bemachtigd moeten worden door mensen van kleur. Harlequin: ‘Niemand kan zwarte mensen beter begrijpen dan zwarte mensen zelf. Dus zet die mensen aan een tafel. (…) Plaats die mensen daar, en wat jij dan in je hart denkt interesseert me helemaal niks. Laat dat vooral lekker thuis. Als je ze maar ziet.’ Waarom dit zo belangrijk voor haar is, legt ze uit vanuit het perspectief van haar zoontje: hoe meer mensen hij ziet die op hem lijken, hoe gezonder zijn zelfbeeld.
Witte, heteroseksuele mannen
Wie hebben er op dit moment vooral baat bij positieve discriminatie? Witte, heteroseksuele mannen. Nee, ik haat dit type man niet, ik ben zelfs met een getrouwd. Ik ben ook geen social justice warrior die hypersensitief reageert wanneer iemand een keer een seksistische grap maakt of minderheden bekritiseert. Ik ben wel iemand die er heilig in gelooft dat het integreren van verschillende etnische groepen en culturen, of dat nu in het privéleven is of op de werkvloer, onze toekomst zal vormen. En Nederland wordt volgens sociologen nu eenmaal diverser, dus cynici moeten er op de een of andere manier in gaan geloven.
Een diversiteitsbokaal zoals bij de NOS, waarbij een prijs wordt uitgereikt aan de redacteur met de meest ‘diverse’ sprekers in een nieuwsitem, gaat natuurlijk wat ver. Maar ik ben in de war door de keiharde kritiek op deze redactie; enerzijds roepen we dat media inclusiever moeten worden, anderzijds maken we de NOS met de grond gelijk omdat ze systematisch een representatiever beeld wil creëren. Moeten we het de redactie kwalijk nemen dat ze het in elk geval proberen?
Huis te klein
‘Inclusiviteit’ is volgens velen nastrevenswaardig, maar zodra instituten een beleid van positieve discriminatie hanteert en daar zelfs transparant over is, zoals de redactie van De Correspondent of TU Eindhoven, is het huis te klein. Ook onder progressieven, die dit als paternalistisch beschouwen. Maar als we machts- en netwerkstructuren willen doorbreken, moeten we meer daadkracht tonen op verschillende vlakken in onze maatschappij. Of minderheden daardoor wel of niet als ‘slachtoffers’ worden behandeld doet er wat mij betreft niet toe. Het is tijd voor daden, niet voor allerlei onnodige woorden en moeilijke discussies die na al die jaren nergens toe hebben geleid.
Positieve discriminatie is nog altijd broodnodig.
Ela Colak is journalist.