boekrecensie

‘De vluchtelingenrepubliek’ laat de positieve kant van migratie zien, zonder problemen te bagatelliseren ★★★★☆

Het is een relativerend besef: Nederland heeft al eeuwen ervaring met vluchtelingen, die onze identiteit hebben gevormd. Een bundel met levendige artikelen laat zien hoe en waarom.

Wim Bossema
Oostenrijkse kinderen in Amsterdam, gevlucht vanwege de honger in hun land, 1919.  Beeld Nationaal Archief / Collectie Spaarnestad / Het Leven
Oostenrijkse kinderen in Amsterdam, gevlucht vanwege de honger in hun land, 1919.Beeld Nationaal Archief / Collectie Spaarnestad / Het Leven

De bundel De vluchtelingenrepubliek roept voortdurend associaties op met stukken uit de krant. De artikelen erin laten zien hoe opeenvolgende regeringen al sinds de jaren zestig falen met hun vluchtelingenbeleid. Bovendien zoeken de auteurs, veelal jonge historici, graag haakjes naar de actualiteit. Samenstellers David de Boer en Geert Janssen beginnen hun inleiding met het schrijnende verschil in behandeling van Oekraïense vluchtelingen en de asielzoekers in Ter Apel. Die tweeslachtigheid is niets nieuws, Nederlanders zwalken al ruim 450 jaar tussen ruimhartige gastvrijheid en de vrees dat de komst van te veel nieuwkomers de eigen identiteit ondergraaft.

Elke vluchtelingenstroom bracht ons in een identiteitscrisis, volgens deze historici. En droeg zo, grappig genoeg, juist bij aan die identiteit. Beroemde Nederlanders als Willem van Oranje en Anne Frank hadden een Duitse achtergrond. Oliebollen en lekkerbekken hebben we van de Sefardische Joden, ossenworst en boterkoek van de Asjkenazische Joden, net als woorden als gabber en Mokum. De levendige bijdragen aan deze bundel frissen het geheugen op.

Bevolkingsexplosie

De vluchtelingenrepubliek bij uitstek was Amsterdam. Dat stadje groeide bijna geheel door de komst van vluchtelingen: eerst katholieken op de vlucht voor de protestantse opstand en na 1578, toen Amsterdam alsnog de kant van de opstand koos, juist luthersen en calvinisten uit de zuidelijke Nederlanden, maar ook Joden uit Spanje en Portugal die hun geloof daar niet meer mochten belijden, en later hugenoten uit Frankrijk. Amsterdam dankt zijn beroemde grachten aan die bevolkingsexplosie.

Door de toevloed van rijke migranten met hun kapitaal bloeide de economie op en dat trok arbeiders en zeelieden uit Duitsland en Scandinavië aan. Steden beconcurreerden elkaar om vluchtelingen te lokken met privileges. De VOC en de WIC hadden niet kunnen bestaan zonder de enorme investeringen door immigranten en buitenlandse bemanningen van de schepen. Het is goed daar weer eens bij stil te staan, schrijven De Boer en Janssen.

De onderwerpen van de artikelen lopen sterk uiteen, zo ook hun aanpak. Van de geschiedenis van de marrons, gevlucht van de slavenplantages in Suriname, tot de orangistische vluchtelingenstroom na de Belgische revolutie in 1830.

Rosa de Jong beschrijft indringend hoe Joodse families als Grishaver in 1942 door Europa trokken en via Vichy in Frankrijk naar de Cariben wisten te ontkomen. Eveline Buchheim baseert haar hoofdstuk over de migranten uit Indonesië op honderden interviews die tussen 1997 en 2001 zijn gemaakt en maakt duidelijk hoe divers de groepen waren. Ze zagen zichzelf als repatrianten of al dan niet tijdelijke migranten, niet als vluchteling. Het artikel gaat over hun zwijgen: niet klagen over de slechte opvang en de onverwachte discriminatie na aankomst.

Een positieve kijk op migratie

De vluchtelingenrepubliek past in een reeks historische studies van de laatste jaren met een overwegend positieve kijk op migratie. Hoogleraar Leo Lucassen is hiervan de productiefste auteur. Samen met zijn broer Jan schreef hij standaardwerken als Vijf eeuwen migratie en Migratie als dna van Amsterdam. Leo Lucassen schreef ook een nawoord voor De vluchtelingenrepubliek.

De belangrijkste kritiek op deze stroming is dat de huidige migratieproblematiek niet te vergelijken zou zijn met eerdere vluchtelingenstromen, omdat een groot deel van de vluchtelingen uit islamitische landen komt. De islam zou niet te verzoenen zijn met de Europese cultuur. Het weerwoord is dat dit ook werd gezegd van bijvoorbeeld het jodendom. Bovendien valt er niet veel te doen tegen de vlucht van burgers uit verschrikkelijke oorlogen als in Syrië.

Treffende details

Dit boek is een uitnodiging tot relativering. Niet om de huidige problemen te bagatelliseren, maar om in gedachten te houden dat er al eeuwen ervaring ligt, vaak met veel grotere aantallen vluchtelingen. Steeds staan er onheilsprofeten op in de politiek en de media, maar tot nu toe zijn de rampscenario’s niet uitgekomen. Dit blijkt uit de laatste drie hoofdstukken, waarin ruim een halve eeuw asielbeleid en omgang met asielzoekers op een rijtje wordt gezet, met soms treffende details.

Het is een verbijsterende terugblik: zo veel zinloze inspanningen, beleidsvorming zonder resultaten, door politici zelf gecreëerde problemen, enorme kosten terwijl er bewust voor is gekozen geen gebruik te maken van de arbeidskracht van asielzoekers. En dat alles vanuit het wensdenken dat de overheid ‘echte asielzoekers’ kan onderscheiden van ‘gelukszoekers’, die het land moeten verlaten. Keer op keer blijkt die laatste stap, waarom het eigenlijk allemaal was begonnen, nauwelijks uitvoerbaar. Zoals ook blijkt uit de krant van 26 januari: in de Europese Unie gaat slechts een kwart van de illegaal verklaarde vluchtelingen ook echt weg.

David de Boer en Geert Janssen (red.): De vluchtelingenrepubliek – Een migratiegeschiedenis van Nederland. Prometheus; 288 pagina’s; € 25.

null Beeld Prometheus
Beeld Prometheus

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden