Beter leven
Zonnepanelen op een VvE-dak, dat is niet zomaar geregeld
Een nieuwe subsidie moet het voor Verenigingen van Eigenaren aantrekkelijker maken zonnepanelen te plaatsen. Het duurt desondanks 10 jaar voordat een investering zal zijn terugverdiend. En er zijn meer haken en ogen.
Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) die zelf duurzame elektriciteit willen opwekken, kunnen vanaf donderdag gebruik maken van een nieuwe regeling. Deze Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking garandeert een vaste prijs per kilowattuur. Dit betekent dat vooraf beter te bepalen is hoe snel de investering is terugverdiend. Meer duidelijkheid, moet ertoe leiden dat meer VvE's zonnepanelen op hun daken gaan leggen. Maar niet iedereen is enthousiast.
Nederland telt een kleine 150 duizend VvE’s met samen ruim een miljoen woningen, turfde het CBS enkele jaren geleden. Door zonnepanelen te plaatsen (of iets minder voor de hand liggend: een windmolen of waterkrachtcentrale) kunnen Verenigingen van woningbezitters een flinke bijdrage leveren aan het vergroenen van de stroomproductie.
Maar met die vergroening loopt het nog niet storm. Een van de problemen laat zich raden: iemand die onderin een appartementencomplex woont, heeft geen eigen dak en kan dus geen zonnepanelen plaatsen. Degenen bovenin wel, en zouden dan als enige baat hebben bij panelen. Om dit probleem te ondervangen, had de overheid eerder de zogenoemde postcoderoosregeling opgetuigd, waarmee VvE’s en kleine energiecoöperaties rond een bepaalde postcode gezamenlijk stroom kunnen opwekken en de opbrengst delen. Hierdoor profiteren alle leden van de VvE en niet alleen de mensen die toevallig onder het dak wonen waar de stroomkabel naar binnen komt.
De regeling die vanaf 1 april geldt, geeft subsidie per hoeveelheid geleverde energie, zegt Tom Hoven van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), die de uitvoering coördineert.
Voor 14,6 cent gaat de zon op
Hoe veel geld er per kilowattuur wordt uitgekeerd, hangt onder meer af van het maximale vermogen van de installatie: Kleinverbruikers (installaties die maximaal tussen de 15 kilowatt en 100 kilowatt vermogen leveren) krijgen dit jaar minimaal 14,6 eurocent per kilowattuur. Is de installatie groter, tot maximaal 500 kilowatt, dan wordt de VvE gezien als grootverbruiker en geldt een bedrag van 12,1 cent. Hiermee is het sommetje nog niet compleet: van het vergoede bedrag wordt ongeveer 3 cent profiel- en onbalanskosten afgetrokken. Dit is een soort belasting voor het feit dat zonne-installaties niet altijd een constant vermogen leveren en beheerders van elektriciteitsnetten inspanningen moeten doen om het stroomnet stabiel te houden.
Hoe lang de gemiddelde terugverdientijd is, kan RVO niet zeggen, maar uitgegaan wordt van acht tot tien jaar voor de kosten van de gehele installatie.
Of de huidige regeling beter is dan de vorige, kan Vereniging Eigen Huis nog niet zeggen. De belangenvereniging voor huiseigenaren zegt nog op antwoord te wachten van RVO op een aantal technische vragen. ‘We kunnen niet voorspellen of er veel belangstelling voor zal zijn’, aldus een woordvoerder.
Stichting VvE Belang, dat de belangen behartigt van ruim 13 duizend VvE’s, stelt dat er haken en ogen aan de nieuwe regeling zitten. ‘De belangrijkste is dat huiseigenaren ook echt in de woning moeten wonen’, zegt Jacco van de Sandt, manager Energie en Duurzaamheid. ‘Als woningen worden verhuurd, kan een VvE geen aanspraak meer maken op deze regeling en moet een coöperatie worden opgericht.’ Met name bij grotere VvE’s vormt dit een belemmering omdat daar bijna altijd wel woningen zijn verhuurd. Denk aan ouders die voor hun kind een appartement hebben gekocht. Of een bewoner die tijdelijk in het buitenland zit.
Het oprichten van een coöperatie leidt tot extra rompslomp en daar zitten de meeste VvE-bestuurders niet op te wachten. ‘Dat zijn bijna altijd particulieren die er hun eigen tijd in steken’, aldus Van de Sandt. Ook kruipt de terugverdientijd volgens VvE Belang vanwege het lage bedrag per kilowattuur richting de tien jaar. ‘Vaak moet ook een zwaardere stroomaansluiting worden gemaakt, om de grote hoeveelheid extra elektriciteit af te voeren. Ook dat drijft de kosten op.’
VvE’s die een aanvraag willen doen, moeten een aantal stappen doorlopen. Zo moeten leden tijdens een algemene ledenvergadering in meerderheid instemmen met de plannen. Ook moet een kleine haalbaarheidsstudie (pdf) worden gedaan, waarin volgens Hoven van RVO vooral wordt vastgesteld of er genoeg panelen kunnen worden gelegd, en of de vereniging in staat is de investering financieel te dragen. Verder zijn in veel gevallen een aantal vergunningen nodig. RVO heeft op zijn website een stappenplan gezet.
Voor dit jaar is 92 miljoen euro aan subsidie beschikbaar. Tot 2026 zal jaarlijks een nieuwe subsidiepot beschikbaar komen. Wie dit jaar achter het net vist omdat de pot leeg is, kan volgend jaar dus een nieuwe poging wagen.
Al met al denkt Van der Sandt dat de nieuwe regeling er niet toe zal leiden dat het storm gaat lopen met subsidieaanvragen. ‘Maar dat moeten we zien.’ VvE Belang heeft een zonnecoach die VvE’s kan helpen bij de besluitvorming en de aanleg.