De GidsTech
Waar moet je op letten als je een nieuwe tv koopt?
OLED, QLED, HDR: de afkortingen buitelen je om de oren als je een tv wilt kopen. Wat is nou belangrijk en wat is puur marketing?
Stap een elektronicazaak binnen en je raakt waarschijnlijk direct overprikkeld door de tv-hoek, waar het ene model nog groter en scherper dan het andere is. Wulpse heuvellandschappen, openspringende bloemen en rollende golven flitsen over de schermen. Tsja, hoe maak je daar nu een keuze in? In dit stuk leggen we uit waar je op moet letten als je een tv koopt.
Hoe groot moet een tv zijn?
Hoe verder je van de tv af zit, hoe groter het scherm moet zijn. Als vuistregel kun je hanteren dat de afstand tussen de bank en de tv in centimeters maal 0,2 het ideale formaat in inches is. Dus als je op 2,5 meter van het scherm wilt zitten, kom je op een scherm uit van 50 inch (127 centimeter). De meest verkochte formaten zitten op dit moment tussen de 50 en 55 inch (140 centimeter).
Welke resolutie moet het scherm zijn, full HD of 4K?
Vrijwel alle tv’s die je in de winkel ziet, zijn inmiddels 4K ultra hd, wat betekent dat het scherm vier keer zoveel pixels heeft als je huidige hd-tv. Dat lijkt indrukwekkend, maar het nut is beperkt. Je moet namelijk wel erg dicht op je tv zitten om ook iets te merken van die extra pixels. Tv-uitzendingen in 4K zijn er nagenoeg niet, wel kun je op streamingplatforms als Netflix dat soort beelden vinden.
Dus eigenlijk is elke tv hetzelfde?
Zeker niet. Wat wél een groot verschil maakt, is contrast: het verschil tussen het donkerste zwart en het helderste wit dat het scherm kan tonen. Kies daarom een televisie die een zo hoog mogelijk contrast heeft. Daarbij is beeldtechniek belangrijk. Een oled-tv ziet er het mooiste uit. Wanneer er in een film iets zwarts te zien is, kan oled de pixels van dat deel van het scherm helemaal uitzetten. Bij lcd werkt dat anders: ook ‘zwarte’ pixels blijven verlicht, waardoor zwart eerder donkergrijs is. Het contrast is dus hoger bij oled, maar het is behoorlijk duur. Reken maar op een prijskaartje van boven de duizend euro.
Bij lcd’s (verwarrend genoeg vaak verkocht als ‘led-tv’) zijn er twee verschillende technieken, ips en va. Het voordeel van ‘ips’ is dat je een bredere kijkhoek hebt. Als je helemaal op de hoek van de bank schuin tegen het scherm aankijkt, zie je de kleuren nog steeds goed. Maar bij ‘va’ zijn zwarte beelden zwarter, wat het contrast weer ten goede komt. Zeker wanneer je vooral ’s avonds in een donkere kamer tv kijkt, ziet dat er beter uit. Fabrikanten vertellen lang niet altijd welk type paneel ze gebruiken, maar over het algemeen gebruiken goedkopere modellen ips en duurdere va. Tv’s van LG zijn vrijwel altijd uitgerust met een ips-paneel.
Tip: zet je tv altijd op de film- of bioscoopmodus
Moderne televisies hebben vaak allerlei ‘slimme’ software die de beeldkwaliteit moet verbeteren, maar in de praktijk levert het een veel te blauw beeld op. De filmmodus haalt dit weg. De gedachte hierachter is dat filmstudio’s hun beelden vaak minutieus finetunen en precies afstellen zoals het door de regisseur bedoeld is. Dan kun je de video het beste ook zo puur mogelijk op die manier bekijken, en er niet nog allerlei filters van de tv-fabrikant overheen gooien. Waarschijnlijk lijkt het beeld erg oranje wanneer je de filmmodus voor het eerst aan zet, maar dat komt omdat je ogen het blauwe van de standaardmodus gewend zijn.
Een andere techniek die helpt om de beeldkwaliteit van tv’s te verbeteren, is high dynamic range (hdr). Bij hdr-beelden zijn de kleuren intenser en bevatten ze meer nuance. Daardoor zien kleurovergangen er natuurlijk uit, wat je vooral ziet in subtiele overgangen: een groen weiland of een hemel vol avondrood. Bovendien is het contrast bij hdr extra hoog. Daardoor bevatten zowel heldere als donkere beelden meer detail. Zo zijn de koplampen van een auto in een donkere scène meer dan een witte vlek, terwijl tegelijkertijd de bestuurder nog herkenbaar in beeld komt.
Voor hdr geldt overigens hetzelfde als voor ultra hd: je hebt er alleen wat aan als de opname het ook ondersteunt. Netflix heeft best wat hdr-programma’s, maar tijdens het zappen tussen gewone zenders merk je er niks van.
En om het nog ingewikkelder te maken, zijn er talloze varianten op hdr. Dolby Vision, HDR10 en HLG, om er maar een paar te noemen. Kijk je een programma dat Dolby Vision heeft, maar ondersteunt je tv die variant niet? Dan valt de tv terug op het iets mindere HDR10. Voor een optimale kijkervaring wil je dus een tv die zoveel mogelijk hdr-smaken ondersteunt.
Smart tv
Bijna elke tv is tegenwoordig smart, wat inhoudt dat je er apps als YouTube, Netflix en de terugkijkdiensten van omroepen op kunt gebruiken. Maar niet elke smart tv is even smart. Er zijn een aantal grote softwareplatforms: Samsung-tv’s draaien op het eigen Tizen, die van LG op webOS, Sony en Philips gebruiken voor duurdere modellen Google’s Android TV en Panasonic heeft My Homescreen. Je moet moeite doen om nog een tv te kopen zonder Netflix-app, maar bijvoorbeeld de NPO-app is minder wijdverspreid. Zeker bij goedkopere Sony’s en Philips-tv’s (die op een beperkter, naamloos besturingssysteem draaien) is het app-aanbod minder uitgebreid.
Samsung, LG en Panasonic laten de menu’s in een balk onderin het scherm zien wanneer je op de home-knop van de afstandsbediening drukt. Dat werkt behoorlijk vloeiend. Het nadeel van Android TV is, dat de software als een soort extra laag op de televisie draait, waardoor de menu’s van de fabrikant zelf (bijvoorbeeld voor helderheid) en die van Google (het downloaden van nieuwe apps) soms op Frankenstein-achtige wijze aan elkaar zijn gekoppeld.
Op een Samsung-tv vind je momenteel de meeste streamingdiensten. Maar ook bij de concurrenten vind je een uitgebreid aanbod aan apps, dat bovendien doorlopend verandert. Het loont om – zeker bij obscuurdere streamingdiensten – van te voren te controleren of er een app is voor het platform van het tv-merk dat je overweegt. Maar dat geeft geen garantie voor de toekomst. De software van een tv veroudert vaak sneller dan het apparaat zelf, dus misschien zit je over vijf jaar met een verder prima werkende tv die niet meer kan streamen. Dan zul je je toevlucht moeten zoeken tot bijvoorbeeld een losse Chromecast of een ander streamingapparaat.
Afstandsbedieningen
Een vervelende trend is dat fabrikanten knoppen van specifieke streamingdiensten op hun afstandsbedieningen plaatsen, waarmee je die gelijk opent. Handig dat je als Netflix-gebruiker snel die app kunt openen, maar het is een nutteloze knop als je die dienst niet gebruikt. Ook meer obscure diensten als Rakuten TV eisen vaak knopruimte op.
Afstandsbedieningen van Philips en Sony zien er het strakst uit. Die van Samsung voelen bij goedkopere tv’s fragieler aan dan een rekenmachine van de rommelmarkt en bij duurdere modellen zijn ze juist weer overdreven minimalistisch vormgegeven. Die van LG zijn behoorlijk zwaar en niet echt mooi, maar liggen wel goed in de hand. Bovendien kun je met de afstandsbediening naar het scherm wijzen en zo een muisaanwijzer bedienen – iets dat je je misschien nog wel herinnert van de Nintendo Wii.
En het geluid?
Omdat tv’s steeds platter worden, is het geluid dat eruit komt vaak matig. Prima voor een talkshow, maar ongeschikt voor bombastische filmmuziek. Dat komt doordat een luidspreker nu eenmaal ruimte nodig heeft om lucht in beweging te brengen, en die is er niet meer. Bovendien worden de randen rondom het scherm steeds dunner, waardoor de speakers niet meer naar je toe gericht zijn, maar onder de tv worden weggefrommeld en hun geluid dus naar beneden kaatsen. Allemaal zaken die de geluidservaring niet ten goede komen. Wil je helemaal opgaan in je film? Neem dan een losse soundbar of sluit de tv aan op je stereo-installatie.
Welke modellen zijn aan te raden?
De Volkskrant heeft samen met het testlab van Hardware Info op uiterst professionele wijze de beeldkwaliteit van een aantal 50- en 55-inch modellen met een prijs tot 800 euro getest. Onder de reviews van de televisies kun je zien waar op dit moment de laagste prijs te vinden is. Hardware Info ontvangt een kleine vergoeding wanneer je via de prijsvergelijker een aankoop doet.
Het is lastig om in deze prijsklasse van een A-merk een slechte tv te kopen – qua beeldkwaliteit ontlopen ze elkaar niet veel. Deze twee tv’s bieden de beste prijs-kwaliteitverhouding:
Philips The One 50PUS7304
Deze tv is verkrijgbaar in maten van 43 tot 70 inch en heeft een prima beeldkwaliteit. De Philips heeft een va-paneel, wat betekent dat het contrast goed is, maar de kijkhoeken wat minder. Daar heeft Philips echter een simpele oplossing voor: je kunt het scherm draaien op de voet. Een functie die je niet zo vaak ziet. Bovendien ondersteunt het model de meeste hdr-varianten en heeft hij Ambilight: led-lampjes aan de achterkant die de kleuren van het beeld op de muur door laten lopen. Het besturingssysteem is Android TV, wat soepel werkt maar soms eigenaardig aansluit op de menu’s van Philips zelf. Zo zijn er twee downloadwinkels voor apps: eentje van Google en eentje van de fabrikant. De knoppen van de afstandsbediening zijn lekker klikkerig en het ding is strak vormgegeven – op de reclameknoppen voor Netflix en Rakuten TV na.
Prijsvergelijking door Hardware Info.
Samsung UE55RU7470
Samsungs midrange-model heeft een goede beeldkwaliteit met een prima hdr-weergave, hoewel de helderheid wat minder is dan bij de Philips. Het is een va-paneel, dus de kijkhoeken zijn beperkt. De Tizen-software is uitgebreid en werkt soepel. Je bedient de tv met een zeer minimalistisch vormgegeven afstandsbediening, die er weliswaar mooi uitziet maar iets basaals als cijfertoetsen ontbeert. Daardoor moet je voor iets simpels als ‘naar kanaal 52’ al met pijltjestoetsen in menu’s prutsen. Vreemd dat de Koreaanse fabrikant dan alsnog ruimte wist te vinden voor maar liefst drie knoppen met logo’s van streamingdiensten.
Prijsvergelijking door Hardware Info.
Liever een ander merk? Deze Sony en LG zijn prima alternatieven:
Sony KD-55XG7005
Deze Sony heeft een uitstekende beeldkwaliteit en een erg hoog contrast. Bovendien is de maximale helderheid in de hdr-weergave hoger dan bij de Philips en de Samsung. Wel zijn ook hier de kijkhoeken weer beperkt door het va-paneel. Nadeel is echter dat deze televisie niet op Android TV draait, maar een naamloos eigen systeem van Sony. Dat is beperkter in zijn mogelijkheden en werkt bovendien niet erg intuïtief. Er is ondersteuning voor Netflix, Videoland, Talpa’s terugkijkdienst KIJK en zelfs een app van het Berliner Philharmoniker, maar NPO Start ontbreekt. De afstandsbediening is traditioneel vormgegeven, maar helder ingedeeld. De reden dat we deze tv minder sterk aanbevelen dan de Samsung en de Philips, is de hogere prijs. Zeker door het gebrek aan een ‘echt’ smart-platform biedt hij daarom minder waar voor je geld.
Prijsvergelijking door Hardware Info.
LG 55SM8200
Anders dan de andere televisies in deze test, heeft de LG geen va-paneel maar een ips-paneel. Dat betekent dat de kijkhoeken erg goed zijn, maar zwart is op deze tv eerder donkergrijs. Dat maakt hem ongeschikt voor donkere omgevingen. Het contrast is daardoor ook een stuk slechter dan bij de andere geteste modellen. Wel laat hij in de hdr-stand de helderste beelden zien. Dit model is een prima keus wanneer je vooral in een verlichte kamer tv kijkt. Bovendien hoef je er dankzij het ips-paneel niet recht voor te zitten: ook vanuit het uiterste hoekje van de bank is de kleurweergave prima.
Prijsvergelijking door Hardware Info.
Wil je de uitgebreide specificaties van deze tv’s nog eens goed bekijken? Dat kan in de productvergelijker van Hardware Info.