Reizen
Vierhonderd helikoptertripjes waren er nodig om de designhut te realiseren
Eerst kwam er haast niemand naar het noorden van Noorwegen, maar nu de vijfhonderdste berghut van het land is geopend, is het een komen en gaan van wandelaars. Uitrusten in stilte tussen scandinavisch design, dat trekt.
'Als je érgens de natuur van zijn wildste kant wilt meemaken en je je tegelijk veilig wilt voelen, dan moet je hier zijn', zegt Svein Arne Brygfjeld (54). Hij zit op een Scandinavische designstoel achter het panoramaraam van dubbeldik veiligheidsglas in de gloednieuwe trekkershut Rabothytta in het noorden van Noorwegen. Het raam van 10 meter lang en 4 meter hoog is de mooist denkbare 3D-bioscoop. Maar dan zonder bewegend beeld.
Want hier, vlak onder de poolcirkel, staat zo ver je kunt kijken alles stil: van de besneeuwde bergtoppen van Zweden tot aan de fjorden langs de kust.
Er zijn geen vogels, geen vee, geen boom of bladeren, zelfs geen vlieg of mug. Het enige wat rond middernacht, tijdens de late voorstelling, beweegt, is de ondergaande zon. De lucht kleurt van knalroze naar donkerpaars.
'Nu is het mooi weer. Maar', zegt Brygfjeld met een geheimzinnig lachje, 'zo is het zeker niet altijd.'
'Met slecht weer is het hier op zijn mooist. De natuur kan hier zo wild zijn, zo waanzinnig, zo krachtig. Regen, sneeuw en wind met soms snelheden tot 140 kilometer per uur. Maar binnen hoor je helemaal niets, vanwege het glas. Dan is het net een stomme film.'
Drie zomers lang - 'in de winter kun je hier niet bouwen, te gevaarlijk' - verwezenlijkte Brygfjeld samen met dorpsgenoten en leden van de wandelvereniging hun droom: een vierde trekkershut op 1.200 meter hoogte in het gebied rond het Okstindan-gebergte. Vierhonderd helikoptertripjes waren er nodig om de designhut van hout en glas, ontworpen door het gerenommeerde Noorse architectenbureau Jarmund/Vigsnæs, te realiseren. Eerst werd een kleine kant-en-klare blokhut neergezet, waar de bouwers konden slapen en schuilen. Daarna volgde het bouwmateriaal en tenslotte de inboedel. 'Je moet je voorstellen', merkt Brygfjeld droogjes op: 'Alles wat je hier ziet, moest eerst naar boven. Met de heli, soms met de sneeuw-scooter maar soms ook gewoon wandelend. Die bank waar jullie nu op zitten heb ik vanochtend nog meegenomen. Gewoon met een touw op m'n rug.
'De hut is grotendeels gratis gebouwd. We hadden een budget van 10 miljoen kronen (1,2 miljoen euro), maar daar waren we al snel doorheen. Het meeste materiaal hebben we gekregen en de architecten werkten ook al snel voor niets. Iedereen ging op een of andere manier van deze hytta houden.' Gids Annette Marie Kyllingmo (21): 'Dit was de missing link. Nu kunnen we eindelijk een rondje wandelen en skiën van hut naar hut.'
Vanaf de parkeerplaats, aan het eind van de vallei bij het dorp Korgen, is het drie uur lopen. Op de kaart een tochtje van niks, 5 kilometer over een gemarkeerde route. Maar in werkelijkheid een wandeling over een parcours van grote stenen en rotsen en steile vlakten langs woeste rivieren, knalgroene meren van smeltwater en een oor-verdovende hoeveelheid watervallen.
Iets voorbij de helft pauzeren we bij de Steinbua-hut, een oude trekkershut van staalplaat van 2 bij 1,5 meter waar je niet rechtop kunt staan, met enkel een spartaans stapelbed en een houtkachel in een aangrenzend donker hok. Zo kun je ze in Noorwegen dus ook treffen.
'Ja hoor, hier wordt nog steeds gebruik van gemaakt', zegt Kyllingmo. 'In de winter verdwijnt deze hut helemaal onder de sneeuw, behalve dat torentje daar. Dan kun je via een luik naar binnen.'
Een uur later doemen bovenaan de steile heuvel als eerste de schoorstenen op van de strakke, moderne Rabothytta. De ligging is fenomenaal, tussen de hoogste pieken van Noord-Noorwegen, aan de voet van de gletsjer, en met een meer vol met het heerlijkste drinkwater voor de deur. Binnen is een ruime woonkamer en een woonkeuken, zeven slaapkamers, en naar alle kanten toe dat fantastische uitzicht. Precies zoals de Franse wetenschapper Charles Rabot, naar wie de hut is vernoemd, het eind 19de eeuw ook gezien moet hebben, aldus de gids.
De Rabothytta, de vijfhonderdste trekkershut van Noorwegen, past in de trend van bijzondere architectonische vakantiehuizen. Maar toch: zo indrukwekkend van dichtbij, zo klein en nietig is het gebouw van een afstand. Vanaf de gletsjer is hij haast niet van de omgeving te onderscheiden. En dat klopt ook. 'De hut is bedacht als een rots', legt Brygfjeld uit. Dezelfde massieve gesloten vorm, dezelfde kleur, hetzelfde formaat. De reden: 'De wind moet er omheen kunnen spelen, zodat de sneeuw geen vat kan krijgen op het hout. Anders zou hij binnen de kortste keren wegrotten. Bovendien zou je hem in de winter anders niet kunnen vinden.'
De hut biedt ruimte aan dertig personen. En net als alle ander 499 hutten van de DNT, zeg maar de Noorse ANWB voor wandelaars en kanoërs, is er geen toezicht. De deur is niet op slot voor iedereen. Mits je maar betaalt. Kyllingmo: 'Als je lid wordt van de club krijg je een sleutel. Die past op alle hutten.' Als niet-lid kun je reserveren via internet. Voor dat geld heb je onderdak en een bed, en dat is het. Eten, drinken en beddengoed moet je zelf meenemen.
De hut is de eerste en voorlopig enige toeristische attractie van de regio. 'Ik merk nu al het verschil', zegt gids Kyllingmo. 'Kon je hier vorig jaar nog dagen wandelen zonder dat je iemand tegenkwam, nu lopen op een dag toch al snel vijftig dagjesmensen naar boven en beneden.
undefined
Brygfjeld: 'Voor het eerst komen mensen speciaal naar ons toe. En dat is grappig. Want er is hier weinig te beleven. Behalve rust en stilte.'
Hoewel in de badkamer geen douche is of stromend water, is de Rabothytta naar Noorse begrippen een en al comfort. De inrichting is van topkwaliteit: scandinavische retrostoelen, frisgroene nachtlampjes van het Deense designmerk Hay. Een royale woonkeuken met kookeiland, een woonkamer met stoere houtkachels, alles is tot in detail afgewerkt. Er is elektriciteit, er is gas, er is, in een klein hoekje van de kamer, zelfs wifi en het huis is uitgerust met de nieuwste electronica en een webcam. Voor de veiligheid. Zo gaat er een rood lampje branden als mensen de hut verlaten terwijl er er nog een raampje openstaat - het is Brygfjelds grootste nachtmerrie - en de verwoestende wind zou binnendringen.
Dat gevaar, überhaupt gevaar, is deze zwoele zomeravond maar moeilijk voor te stellen. Buiten is de stilte zo immens alsof je watten in je oren hebt. In heel het huis hangt de zoete geur van versgezaagd hout. De kachel knispert en donker wordt het niet meer. Iets na middernacht zakken we onderuit voor de nachtvoorstelling: 'Gletsjer bij volle maan.'
De Okstindangletsjer ligt in de regio Hemnes/Helgeland, een weinig toeristisch berggebied in Noord-Noorwegen. Vliegen kan naar Mo i Rana. Met een huurauto rij je in een uur naar Korgen, waar een toeristenbureau is met wandelkaarten van de regio. De route vanaf het eind van het dal tot aan de Rabothytta is aangegeven met grote rode letters T op rotsen en stenen. Je kunt een dagtocht maken, maar je kunt ook een meerdaagse wandeltocht doen rond het Okstindangebergte, van de Rabothytta naar de Kjennsvasshytta en de Gresvasshytta. In de winter kun je deze tocht skiën en eindigen bij Rossvatnet, het op twee na grootste meer van Noorwegen. Overnacht bij de bed and breakfast in Stekvasselv van het echtpaar Kari und Håkon Økland, en eet er hun gerookte forel.
Sites over de hut:
rabothytta.no
Facebook.com/rabothytta
youtube.com: de bouw in 4 minuut 50.
Over Noord-Noorwegen:
visithelgeland.com
visitnorway.nl
Hemnes.kommune.no
innovationnorway.no
nordnorge.com