Trap naar de hemel voor een lang leven

Sinds honderden jaren klimmen boeddhistische pelgrims naar de kloosters op de hellingen van Emei Shan in China. De eindeloze trappen op, naar de Tempel van Gouden Top die op 3099 meter hoogte een magnifiek uitzicht biedt....

TOINE BERBERS

YI, de monnik in het Baoguo-klooster, heeft simpele antwoorden op belangrijke levensvragen. Hij schrijft tegen betaling de namen van pelgrims in een schrift met rode kaft en speurt in het patroon van willekeurig op tafel geworpen stokjes naar gelukkige toekomstmomenten.

De voorspellingen variëren per dag, maar Yi biedt zijn gelovigen één vaste zekerheid. Wie oud wil worden, moet Emei Shan beklimmen, de in wolkenflarden gehulde heilige berg van ruim 3000 meter, die steil oprijst naast de tempel. 'De pelgrimstocht naar de top garandeert een lang leven', zegt de in rode pij gestoken, kaalgeschoren broeder.

Yi slijt zijn dagen op een kruk aan de krakkemikkige houten tafel naast een kolossale boeddha, die vanachter beslagen glas glimlacht naar de gelovigen. Als zij geknield op een van de vijf bontgekleurde kussentjes de handen acht maal samenvouwen, geeft de jonge monnik met een ijzeren staaf een kort tikje tegen de naast hem hangende bronzen klok. De heldere galm weerklinkt over de vele binnenplaatsen en mengt zich met het lage gemompel van de gebeden, die uit een Panasonic-cassettespeler komen.

Een lang leven begint hier, onder de gekrulde daken van Baoguo Si, de houten tempel met rode pilaren en okergele vensters, die Tibetaanse invloed verraden. Groepjes pelgrims met rugzak en stevige bergschoenen raadplegen Yi. Ze steken walmende wierookstokken in met zand gevulde urnen voor ze hun heilige tocht naar boven aanvangen. De monnik hangt enkelen een benen scapulier om.

Al honderden jaren gaan gelovigen in retraite in de boeddhistische kloosters op de hellingen van Emei Shan in de Zuidwestelijke provincie Sichuan. Met zijn afgeknotte top en loodrechte westkant appelleert de berg sterk aan de Chinese voorliefde voor bizarre rotsvormen. Het hoogste punt, de Top van Tienduizend Boeddha's (3099 meter), steekt boven de vlakte van Chengdu uit, en op heldere dagen zijn in het verre westen de besneeuwde uitlopers zichtbaar van de Tibetaanse hoogvlakte.

Het is de droom van elke bedevaartganger om Boeddha's aureool te zien, een speling van de natuur die ontstaat door weerkaatsing van het zonlicht in laaghangende nevels. De halo-vormige regenboog in deze 'Zee van Wolken' is bij uitstek een teken van de goede gezindheid der goden.

Op klamme zomerdagen als vandaag zoekt ook China's snel groeiende toeristenstroom de groene hellingen op voor verkoeling tegen de verzengende hitte, die elke lichamelijke beweging tot een zweterige onderneming degradeert. Na de zegen van Yi brengt een busje de pelgrims naar Jingshui, het startpunt van de 35 kilometer lange tocht.

De rekkelijkheid van het boeddhisme staat hier meteen al vals spel toe. Luie gelovigen kunnen per kabelbaan de vier kilometer afleggen naar Wannian Si, de tempel van Tienduizend jaar. Het instapstation torent hoog uit boven de wel tienduizend marktkramen, waar moedige pelgrims wandelstokken en water inslaan.

Ook langs het betonnen pad door het woud wint de handelsgeest het van de devotie. Magnums en Coca Cola zijn telkens na enkele traptreden te koop. Op strooien matten en verweerd zeildoek liggen de tientallen soorten heilige kruiden, wortels en schorsen van de berghellingen, die de geneesmiddelen van Emei Shan een eeuwenoude reputatie bezorgden.

Groepen scholieren, bejaarden en soldaten kuieren en masse de glooiende hellingen op. Een paar tienermeisjes moedigen ondeugend de hevig transpirerende dragers aan die het heel wat zwaarder hebben met een dertigtal bakstenen op een rekje op hun rug.

De Wannian-tempel beleeft deze zaterdag een topdag. Een grote groep tandeloze bejaarden in blauwe Mao-jasjes krijgt van een gids te horen dat dit klooster stamt uit de derde eeuw en in de negende eeuw na brand is herbouwd. Ze knikken heftig en schuifelen achter haar aan naar het voornaamste heiligdom, een bakstenen stupa met een bronzen beeld van de schutspatroon van de berg, Puxian.

Puxian zit op een witte olifant die met zijn poten in lotusbloemen staat. Dit heiligdom toont de invloed uit India, de geboorteplaats van het boeddhisme. Bibberige craqueléhanden wrijven over de kale plekken op het brede achterwerk van het dier, terwijl de gids vertelt hoeveel vuurzeeën dit kunstwerk van zestig ton heeft doorstaan.

Achter de tempel, verscholen tussen struiken, begint de lange weg omhoog. Het geluid van kwetterende dagjesmensen in de tuinen en binnenplaatsen wijkt voor een oorverdovend krekelgetsjirp en het geklater van watervalletjes.

Twee huagan, dragers, zien sigaretten rokend de ploeterende pelgrim aankomen. 'Draagstoel', roepen ze al van verre. Het bamboegevaarte wordt snel uit het groen gevist en klaargezet op een overloopje. Maar hun beoogde klant bezwijkt niet voor de verleiding.

Ze houden aan. 'Tien uur', blikt de een op zijn horloge. 'Het is te laat om de top te halen', probeert de ander. Het is inderdaad onrustbarend rustig, maar er zijn langs de route verschillende kloosters met overnachtingsmogelijkheden, zodat gevaarlijke toeren in het donker vermeden kunnen worden.

Enkele trappen later rijst het bange vermoeden dat de pelgrimage op de Emei Shan weinig met bergpaden en veel met treden van doen heeft. Een echtpaar in een bijna leeg winkeltje maakt een eind aan de laatste illusies. Tot aan Jinding, de Tempel van Gouden Top, het magnifieke eindpunt, is het uitsluitend traplopen geblazen. De monniken hebben niet stilgezeten. Ze hadden honderden jaren tijd om een degelijke, beschaafde weg naar de hemel aan te leggen.

De bedevaart is daardoor een test van het uithoudingsvermogen, die met veel pauzes gepaard dient te gaan. De pelgrim ontdekt al snel dat er vele manieren bestaan om de voet op een trede te zetten. En dat met hangen en trekken aan relingen de vermoeide dijspieren kunnen worden ontlast. Daar waar de monniken niet aan een reling zijn toegekomen, biedt een stevige duw op de bovenbenen enige verlichting.

Het grootste probleem vormt na enige tijd het zweet dat uit alle poriën gutst. Een extra degelijk T-shirt wordt tot een druipende dweil gereduceerd, de beken voedend die regelrecht de schoenen instromen.

gfsfc,15,50,25,0

N A anderhalf uur afzien, komen aan het eind van een vijftienhonderd treden tellend traject heerlijke etensgeuren naar beneden. Een uitspanning! Rust! Uit bamboe stapelpannen, stijgen dampen op: gestoomde broodjes. In een reusachtige wok pruttelt een roodbruin soepje om een wit blok tofu heen. Gepeperde tofu, specialiteit van de streek. Een gezelschap veertigers stapt kletsend en grappend op en loopt zonder zichtbare moeite door naar boven. Een man zet zijn draagbare radio aan. 'Van ons eten knap je weer op', zegt de waardin.

Ze heeft gelijk. Er komt bovendien een einde aan het eentonige, dichte groen en het parcours gaat minder steil omhoog. De eerste kloosters passeren. Klein en verveloos. De restauraties van na de Culturele Revolutie zijn tot deze bouwwerkjes nog niet doorgedrongen.

In Chudian Ding poetsen oude nonnen hun drie boeddhabeelden. De scheuren in de houten vloer kraken vervaarlijk. De lage bijgebouwen van Huayan Ding huisvesten de eerste uitvallers. Blaren en uitputting hebben hier om twaalf uur 's middags al toegeslagen.

Achter deze rommelige tempel gaan de trappen weer naar beneden. Een grote groep twintigers wil graag Engels oefenen. Ze doen de lerarenopleiding in Tayuan, veertienhonderd kilometer naar het noordoosten en onderbreken het zingen van klassieke Chinese liederen graag voor een lofrede op het Nederlandse voetbal. Overmarsi, Burguhkamp en Daviduhsi hebben diepe indruk gemaakt.

Dan verschijnen Emei Shans beruchte apen. Weldoorvoede, brutale rekels die met wandelstokken op afstand gehouden moeten worden. Een studente wordt door een fors exemplaar van achteren besprongen. De stof van haar rugzak scheurt open en alle proviand rolt op het cement. Apen en mensen gillen door elkaar heen. In een mum van tijd flitsen de overvallers met hun buit de bomen in. De studenten moeten erg lachen, maar het slachtoffer is hevig ontdaan.

Deze groep blijft in het Xixiang-klooster, dat bij de olifantenvijver staat. Volgens de overlevering gaf Puxian zijn olifant hier op tweeduizend meter hoogte een bad. De studenten willen dat hun Nederlandse wandelgenoot ook overnacht in een van de lange zalen. Om nog meer over voetbal te horen en om de eerste geheimen van de klassieke liederen te delen. Maar het is slechts twee uur en de Gouden Top lijkt opeens dichtbij.

De laatste trappartijen vallen extra zwaar omdat de zon uit de wolken tevoorschijn komt en de pelgrims op de berg onbarmhartig geselt. Het wordt bovendien te hoog voor de schaduwbrengende bamboewouden, in deze streek zijn ze de woonplaats van de pandabeer. De dragers zwermen nu als hyena's om hun prooien. Een schoonheid van het type Gong Li, de Chinese actrice, wordt op een huppeldrafje schijnbaar moeiteloos naar boven getild, gevolgd door jaloerse blikken.

Dan klinkt opeens het geronk van een bus. De antieke pelgrimsroute botst op de twintigste eeuw. Een nieuwe weg - voor de echte luilakken - loopt langs morsige eetzalen met tl-balken en souvenirwarenhuizen. Op het drukke stukje naar de Jieyin-zaal loopt Violet een eindje op voor een praatje.

Uit liefde voor het Engels heeft Violet haar Chinese naam van een westers aanhangsel voorzien. Ze doet Emei Shan elk jaar en de laatste tijd neemt ze de bus. Dan heeft ze meer energie om te praten, want zo'n bedevaart doe je toch vooral om met je lotgenoten te kletsen. 'Je moet de levens delen', zegt ze. Daarom neemt zij het laatste stukje naar de Gouden Top niét de kabelbaan bij de Jieyin-zaal, alweer een concessie aan de pelgrim die haast heeft.

In de vallende schemering doemen bijna onverwacht de gebouwen op rond de top. Er is nog plaats in het roodbruine klooster bij de Gouden Tempel, de Jinding Si. Een vrolijke monnik vindt moeiteloos door lange houten gangen de weg naar een middeleeuws slaapzaaltje. Twee oude mannetjes in één eenpersoonsbed zijn al onder zeil. Er hangt een zweem van wierook en urine.

Na de strikt vegetarische maaltijd vertelt een norse non met stoppelhaartjes dat een bedevaart naar Emei Shan niet compleet is zonder een bezoek aan de grote Boeddha van Leshan, 's werelds grootste beeld dat vijftig kilometer naar het oosten aan de rivier de Min ligt. Ze mompelt onder het slurpen van groene thee goedkeurend als blijkt dat de meeste van haar gesprekspartners het 71 meter hoge wonder uit de achtste eeuw al hebben aanschouwd. Ze moet zelfs even lachen als het gezelschap oneerbiedig de wilde plantengroei op het beeld ter sprake brengt, maar dan is het weer tijd voor ernst. 'Dit is een heilig land.' Ze fronst de wenkbrauwen en de stoppels op het hoofd schieten naar voren.

Ruim voor zonsopgang is er al volop beweging in de slaapzalen. Niemand wil het eerste ochtendlicht op de Gouden Tempel missen. Maar buiten is de teleurstelling groot. De hele top is gehuld in een dikke, ondoordringbare mist. Geen uitzicht op Tibet. Geen stralende tempel.

Als na zessen de kabelbaan de eerste bezoekers in gehuurde groene legerjassen met bontkraag uitspuwt, wordt het snel druk in de nevels. De dagjesmensen zijn om drie uur opgestaan en hadden een woeste nachtelijke bustocht over voor een blik op Boeddha's aureool. Ze lopen verloren in de waterkou.

Bij de tempeltrap proberen jonge stellen een hangslot met hun ingegraveerde namen vast te maken aan de reling. Duizenden anderen waren hen voor, zodat er stevig geperst moet worden. Polaroid-fotografen willen bezoekers in de mist vereeuwigen. Religieuzen slaan de hoop op een beetje zonneschijn genadeloos de bodem in. Nee, het klaart niet op. Dit weer houden we de hele dag, is hun boodschap.

Terug in het klooster kan de vrolijke monnik de teleurstelling van zijn gasten niet delen: 'Kom een andere keer maar terug. Het is goed voor een nog langer leven.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden