iedereen doet maar wat
Opvoedvraag: krijg je een verwend jongste kind als je alleen de oudste vraagt om mee te helpen?
Anna van den Breemer schrijft elke week over een alledaags opvoedkundig probleem waarvoor ze een oplossing zoekt.
Een collega vroeg zich af of het kwaad kan dat hij vooral zijn oudste dochter (7) verantwoordelijkheden geeft. ‘Ik vraag haar dingen die ik de jongste (4) niet vraag. Krijg je hierdoor van die duidelijke rollen die je eigenlijk wilt vermijden?’ Want vraag eens rond en je hoort verhalen dat oudste kinderen altijd ‘verstandig’ zijn en jongsten ‘relaxter’. Moeten ouders zich zorgen maken dat ze hun oudste spruit in de rol van ‘het verantwoordelijke kind’ drukken?
Dit zeggen de deskundigen
‘Ouders zijn inderdaad geneigd om het oudste kind meer verantwoordelijkheden te geven’, zegt orthopedagoog Sheila van Berkel die aan de Universiteit Leiden onderzoek doet naar de interactie tussen broers en zussen. Zo ook mijn collega die strenger is tegenover zijn oudste dochter. ‘Vaak is dat ook logisch. Dat heeft weinig met geboortevolgorde te maken, maar met de leeftijd. Van een kind van 5 kun je nou eenmaal meer verwachten dan van een 3-jarige.’
Vorm je hiermee hun karakter? ‘Zo’n vaart loopt het niet’, zegt ontwikkelingspsycholoog Kirsten Buist, verbonden aan de Universiteit Utrecht. ‘Er heerst nog steeds het hardnekkige idee dat de plek in het gezin een duidelijke stempel drukt op de persoonlijkheid van iemand.’ Zo wordt de oudste vaak gezien als ‘verantwoordelijk’ en ‘braaf’ en de jongste eerder als ‘rebels’. ‘Als je kijkt naar goed uitgevoerde onderzoeken, dan zie je dat effect niet terug.’
Toch zullen veel volwassenen terugdenken aan hun eigen jeugd en constateren dat hun oudere broer of zus tijdens het kerstdiner nog steeds enorm bazig de boel loopt te coördineren. ‘Dat kan kloppen’, zegt Buist, ‘maar dan gaat het over de rol die kinderen, ook als ze volwassenen zijn, hebben bínnen het kerngezin. Vaak neemt iemand in de eigen vriendenkring of op werk een andere rol aan. Het is dus niet je persoonlijkheid.’
Zo’n rolverdeling is dus normaal en kan helemaal geen kwaad? Enige waakzaamheid is wel geboden, menen de experts. ‘Kinderen zijn continu aan het vergelijken’, zegt Van Berkel. ‘Als ze het als oneerlijk beschouwen of niet snappen waarom de behandeling niet gelijk is, dan kan dit ertoe leiden dat ze zich achtergesteld voelen en op een andere manier aandacht gaan trekken.’ Ook wil je voorkomen dat de rolverdeling tussen broers en zussen hun onderlinge band schaadt. ‘Als de relatie al een beetje stroef is en je vraagt de oudste vaak om op de jongste te letten, dan werkt dat niet altijd goed. Het kan voor strubbelingen zorgen als de oudste de baas gaat spelen.’
Hoe pak je het aan?
Het is belangrijk om helder uit te leggen waarom de verplichtingen (meehelpen in huis) en privileges (later naar bed gaan) anders zijn voor de oudste. ‘Als het voor de kinderen duidelijk is waarom de behandeling anders is, dan begrijpen ze dat vaak goed’, zegt Kirsten Buist.
Het is soms lastig navigeren in de opvoeding als de vaardigheden van de kinderen vanwege hun leeftijd uiteenlopen. ‘Ik vraag mijn oudste om een vol glas naar de tafel te brengen omdat ik weet dat zij dat zonder knoeien kan. De jongste nog niet’, zegt Van Berkel. ‘Vaak geef ik de jongste dan een ander taakje dat passend is bij de leeftijd.’ Ouders zijn misschien geneigd te denken dat de jongste het beter heeft getroffen: hij of zij hoeft immers minder mee te helpen. ‘Kinderen willen graag meehelpen en zijn gevoelig voor aandacht. Taakjes krijgen is óók aandacht.’
En wat als de jongste dolgraag wil wat de oudste al mag? ‘Het helpt om een eindstreep in het vooruitzicht te stellen’, vertelt Buist. Ze noemt een voorbeeld uit haar eigen thuissituatie toen haar kinderen jonger waren. ‘Aan de overkant van de straat was een speeltuin. De jongste mocht daar nog niet alleen naar toe, de oudste wel. Ik gaf een duidelijke finishlijn: als jij 3 jaar bent, mag je ook.’