DE GIDSopvoeden

‘Opvoeden is geen exacte wetenschap, iedereen doet maar wat’

Naar de kritiek van geitenwollensokken-übermoeders hoef je niet te luisteren volgens Anna van den Breemer, de schrijver van de rubriek Opvoeden. Stress is er al genoeg bij ouders. ‘Als ik de humorloosheid zie bij dat soort ouders denk ik: neem het allemaal niet zo serieus.’

Myrel Morskate
Anna van den Breemer, redacteur bij De Gids van  De Volkskrant, schrijft elke week over opvoedkwesties  Beeld
Anna van den Breemer, redacteur bij De Gids van De Volkskrant, schrijft elke week over opvoedkwesties

De vrouw die bij de Volkskrant elke week over opvoeden schrijft, vindt ouderschap eigenlijk een groot cliché. ‘Je denkt voordat je kind geboren is: ik ga het allemaal anders doen’, zegt Anna van den Breemer. ‘Maar uiteindelijk gaat iedereen door dezelfde fases heen.’

En dus probeert ze nog harder om originele adviezen te vinden voor ouders zoals zijzelf, want er zijn al genoeg dooddoeners in de opvoedkunde. ‘Rustig blijven, bijvoorbeeld’, zegt Van den Breemer, en lacht. Ze is zelf moeder van een dochter van drie en een zoon van een. Blijf maar eens rustig als je dochter op de grond gaat liggen gillen in de supermarkt omdat ze een kindersuprise wil - iets waar haar eigen dochter Mia ook goed in is. ‘Achteraf kan je wel denken: gewoon rustig blijven, dit is normaal, maar op het moment zelf heb je er niet zoveel aan.’

Van den Breemer behandelt sinds vorig jaar zomer elke woensdag een opvoeddilemma in de krant en in haar nieuwsbrief, Volkskrant Opvoeden. Ze zoekt uit wat voor onderzoek er gedaan is naar het onderwerp en spreekt met deskundigen om tot een bruikbaar advies te komen. Al probeert ze dat ook niet te gedecideerd te brengen. ‘Opvoeden is geen exacte wetenschap, het is niet iets wat je in een lab kan testen en wat werkt verschilt per gezin. Daarom zeg ik liever: probeer dit eens en kijk of dat lukt.’

Eigenlijk gaat het lezers ook niet altijd om het advies. ‘Laatst sprak ik een pedagoog die zei: we geven misschien te veel adviezen. Daardoor worden ouders alleen maar onzekerder.’ Van den Breemer merkt steeds vaker hoe belangrijk geruststellen is. ‘In de reacties op de nieuwsbrief krijg ik vaak te horen dat mensen blij zijn dat ik herkenbare situaties schets. Ik merk dat veel ouders behoefte hebben aan de bevestiging: ik ben niet de enige, daar gaat het ook niet allemaal zo vlot.’

Waarom zijn ouders tegenwoordig zo onzeker over de opvoeding?

‘De Amerikaanse journalist Jennifer Senior komt met een interessante verklaring in haar TedTalk. Wij als ouders geven onszelf eigenlijk een onredelijke taak, namelijk het gelukkig maken van onze kinderen. Geluk is geen doel dat je kunt nastreven, maar een bijzaak van andere, behapbare zaken, zoals het bijbrengen van fatsoen en het geven van liefde. Richt je je daarop, dan wordt opvoeden als taak veel minder zwaar en gewichtig.’

Je hoort weleens over het fenomeen moedermaffia - strenge moeders die altijd beter weten hoe een kind moet worden opgevoed. Bestaat dat, of is dat een mythe?

‘Je komt er pas achter als je zelf een kind krijgt, maar er leven veel ideeën over hoe het hoort. Ik denk zeker dat het bestaat. Maar ik denk ook dat je als ouder of moeder bijna automatisch zelf een light-variant van een moedermaffia-lid kan worden. Als jij iets hebt gevonden dat werkt voor jouw kind - het kan eindelijk goed slapen - dan ga je dat uitdragen: dit werkt heel erg goed, zo moet je het ook doen. En voor je het weet, geef je betweterig tips aan andere moeders. En als de ander er dan zelf middenin zit en onzeker is, ervaart die dat als kritiek.’

Was jij zelf onzeker toen je voor het eerst moeder werd?

‘Ik had wel het gevoel dat ik me over dingen moest verantwoorden. Over hoe lang je borstvoeding geeft, bijvoorbeeld.’ Hiermee geeft de moeder haar antistoffen door, en dat is gezonder voor het kind. Maar borstvoeding geeft ook veel gedoe. ‘Als ik heel kort borstvoeding had gegeven, had ik het toch erg moeilijk gevonden om dat tegen mensen te zeggen. Vriendinnen van mij die bij hun tweede kind geen zin meer hadden in die borstvoedingellende, kregen vragen: waarom ben je gestopt, lukte het niet? Kreeg je ontstekingen? Je moet bijna fysiek iets mankeren voordat je mag stoppen.’

Toch kon ze het ook wel relativeren, zegt Van den Breemer. ‘Ik wist wel: iedereen doet ook maar wat. En ik hoef zelf niet zo’n geitenwollensokken-übermoeder te worden die zichzelf helemaal wegcijfert. Dat is niet het type moeder waar ik me aan optrek. Als ik de humorloosheid zie bij dat soort ouders denk ik: neem het allemaal niet zo serieus.’

De tips die ze verzamelt en de adviezen die ze aandraagt, probeert ze als het kan zelf uit voordat ze het publiceert. Voordat ze met haar gezin op vakantie ging naar Portugal, had ze een opzetje gemaakt voor een aflevering over met jonge kinderen vliegen. ‘Toen heb ik bij thuiskomst wel dingen herschreven. Ik had de tip opgevolgd om stoelen voorin in het vliegtuig te boeken. Het was inderdaad fijn, dichtbij de wc’s, meer beenruimte, snel in en uit. Maar dat je voor de stoel een soort speelruimte kon creëren, dat werkte in de praktijk niet. Je mag daar geen spullen leggen en de kinderen moeten toch het grootste deel van de tijd op de stoel zitten met de riem om.’

Ben jij zelf een betere moeder geworden door deze rubriek te maken?

‘Ik denk meer over alles na, maar of je daar een betere moeder van wordt? Ik ben me bewuster van mijn eigen gedrag en welk effect dat op de kinderen heeft. Dat je bijvoorbeeld niet constant je kinderen met elkaar moet vergelijken: ‘Je broertje eet wél heel goed zijn bordje leeg.’ En in organisatorische zin haal ik hier heel veel uit, zoals met die vliegreis. Maar je moet er ook voor waken: hoe meer je weet, hoe onzekerder je kan worden.

‘Ik denk dat ouders meer hun intuïtie mogen volgen, in plaats van slaafs het advies van een opvoedgoeroe te kopiëren. Mijn vriend heeft dat heel erg, van: dit voelt goed en dan doe ik het, bam. Ik ben toch wel iets meer bezig met opvoedregels en wat is nou goed. Dus dat is een interessante combinatie.’

Van den Breemer haalt een voorbeeld aan. ‘Mijn dochter Mia was een huilbaby. Van drie uur ‘s middags tot tien uur huilde ze continu. Mijn vriend en ik hadden shifts dat we met haar rondliepen. We haalden er een dokter bij, en kregen medicijnen tegen de reflux. Maar op een gegeven moment had mijn vriend door dat ze rustig werd als hij bij de lopende kraan stond. Dat is een verschil tussen ons: ik ben dan iemand die fora enzo afgaat, hij gaat gewoon random dingen uitproberen. Opvoeden is soms ook gewoon een beetje toevalligerwijs op dingen stuiten.’

Elke week de Opvoed-nieuwsbrief in je mailbox? Inschrijven kan hier

Je hebt inmiddels ruim veertig afleveringen van je opvoedrubriek gemaakt. Wat is een van de grootste eyeopeners geweest voor jouzelf?

‘Die kwam uit de aflevering over de vraag: hoe houd je je relatie leuk tijdens de tropenjaren? De eyeopener was dat het voor kinderen heel belangrijk is om te zien dat je als ouders een liefdevol koppel bent. Je moet niet alleen maar zorgen en die grote logistieke organisatie draaiende houden. Je relatie goed houden is de basis van het gezin, en bijna je grootste verantwoordelijkheid naar de kinderen toe.

‘Ik vond het een mooi inzicht dat het veel rust geeft aan tafel als je als ouders samen tegenover de kinderen zit. Dan zien ze de ouders als koppel naast elkaar. Gedurende de dag gebeurt dat namelijk bijna nooit.’

Je hoort toch vooral moeders over ouderschap. Richt jij je ook vooral op moeders?

‘Ik heb vaders en moeders in mijn hoofd als ik schrijf, maar het zijn vooral vrouwen die deze onderwerpen verslinden. De zorgtaken blijven ook ongelijk verdeeld: 65 procent wordt door de vrouw gedaan, en dat verandert maar langzaam. Het is een interessant thema, ik ga er nog een stuk over schrijven.’ Ze denkt dat het te maken heeft met het planningsdenken. ‘Hoe regel je het met de oppas, hoe kom je goed de deur uit, we moeten vast dat cadeautje klaarleggen. Mannen maken zich daar toch minder druk om.’

Niet dat Van den Breemer als vrouw thuis de planner is. ‘Mijn vriend werkt meer, dus ik ben meer met de kinderen. Maar mijn vriend is meer iemand die doekjes over dingen heen haalt, boodschappen doet, alles bijvult, hij haalt de luiers en babyvoeding in huis. Dat deel mentale planning heeft hij, en ik niet. Daar kwamen we achter toen hij een keer heel ziek was. De koelkast was leeg en we zaten opeens zonder diksap en rijstwafels. Dat kan dramatische gevolgen hebben als je kleine kinderen hebt.’

Alle opvoeddilemma’s van Anna bekijken? Dat kan op de verzamelpagina waar alle vraagstukken bij elkaar staan. Meer lezen over hoe het achter de schermen werkt bij De Volkskrant, dat kan hier

. Beeld .
.Beeld .

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden