Onder honderdduizend sterren
Jordanië Wadi Rum..
Het landschap ligt roerloos in de namiddag als we te paard de ondergaande zon tegemoet rijden. Aan de horizon verdwijnen getande rotsformaties in een waas van uiteenvallend daglicht. In het noorden en zuidoosten verrijzen kolossen van graniet die op dit uur, aangezet door het strijklicht, een diepe kleur krijgen, het donkerrood van natte baksteen.
De eerste ster knippert, onder de paardenhoeven ruist het zand - geen mens, geen ander dier dan onze paarden, zelfs geen plant te bekennen - alleen de zachtgolvende vlakte voor ons, de oprijzende steenmuren en wij. Zo ziet de leegte er dus uit, al is het met al die dramatische bergen allerminst leeg.
Als we even stoppen, is er alleen het geluid van lucht: het suizen van de wind, het snuiven van de paarden, een vaag gefluit in de verte dat we houden voor het gieren van de wind in een verre kloof – het geluid van de stilte.
We hebben de woestijn van Wadi Rum inmiddels verkend per dromedaris (hilarisch) en per fourwheeldrive (spectaculair) maar pas nu begrijpen we – twee nietige ruiters - dat zelfs de rauwe Howeitat-bedoeïenen van Lawrence of Arabia ontzag hadden voor dit landschap, hun woongebied, dat ze de Vallei van de Maan noemden. Door deze woestenij trok de legendarische Britse luitenant T.E. Lawrence tijdens de Eerste Wereldoorlog met een horde bedoeïenen ten strijde tegen de Turken in de nadagen van het Ottomaanse rijk. Van hieruit werd de aanval op Akaba ingezet, een gewaagde actie die in de jaren zestig spectaculair werd verfilmd.
De woestijn zwijgt over die geschiedenis, op een klein uitgehakt portretje van Lawrence na in een kloof, maar dat lijkt van later datum en gemaakt voor de toeristen. Het enige verhaal dat de monolieten van zandsteen en graniet vertellen, is dat van de wind, de zon en de regen die hier gedurende millennia hun beeldhouwerswerk hebben gedaan. Ze hebben patronen van gaten, kerven en richels achtergelaten in de opgestuwde steenlagen; geschubde pilaren als reusachtige schoorstenen, gekartelde tafelbergen die loodrecht de hoogte inschieten, een enkele monoliet in de vorm van een paddestoel.
Na verloop van tijd ga je meer vormen zien: een gezicht, een vogel, een van glazuur druipende taart – de leegte werkt hallucinerend. Niet voor niets zochten zwelgers, mystici en profeten vanouds de woestijn om hun gedachten de vrije loop te laten of om God te zoeken.
Heel af en toe zien we, schijnbaar verloren in de weidsheid, een eenzame tent van een bedoeïenenfamilie. Hun schapen en kamelen zijn de enige bewegende silhouetten tussen de coulissen van steen. Hoewel de meeste bedoeïenen inmiddels in de woestijndorpen zijn neergestreken, bij de waterbronnen, weigeren sommigen hun oude nomadenbestaan op te geven. Hoe lang nog? Het zijn de laatsten der Mohikanen.
Je moet hier zijn geboren om het landschap te kunnen lezen. Onze gids bepaalt zijn route aan de hand van rotsformaties zoals wij verkeersborden lezen. Ook hij is een bedoeïen, maar dan eentje met een fourwheeldrive, een mobiele telefoon en een tentenkampje voor toeristen met douches, vers drinkwater en een kok die liedjes neuriet als hij het vlees roostert boven een oude vuurton.
Er zijn meer van die kampen in Wadi Rum, rijtjes canvas tenten in slagorde opgesteld in de luwte van de rotsen, maar toeristen zijn er nauwelijks. Ze drommen met z’n tienduizenden door de indrukwekkende woestijnstad Petra, hier niet ver vandaan, ze maken misschien een haastig ritje door de woestijn, maar dan verdwijnen ze weer naar hun hotels in de steden. Ze missen het mooiste dat de woestijn heeft te bieden en dat vooral ’s avonds, als de olielampjes in het kamp worden ontstoken, zo nadrukkelijk aanwezig is: leegte en stilte en honderdduizend sterren aan de nachtblauwe hemel.
[Zie verder pagina R05]
De woestijn droogt uit
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
[vervolg van pagina R01]
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Lawrence? De oude muktar van Al Diseh schudt het hoofd. ‘Jullie uit het Westen beginnen altijd over die Lawrence. Ik zal je eens vertellen wat voor man dat was.’ De dorpsrechter ligt op zijn gemak onder een luifel van geitenhaar die is bevestigd aan een overhangende rots, een luxe bedoeïenentent met veelkleurige kleden, zo’n tent voor toeristen. Zijn rechterarm steunt op het zadel van een dromedaris, met zijn vrije hand maakt hij een wegwerpgebaar.
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
‘Lawrence kwam alleen zijn tent uit wanneer er een foto werd gemaakt. Als hij een camera zag, poseerde hij pontificaal voor de troepen. Maar het echte werk, het rauwe vechtwerk, werd geleid door sjeik Auda abu Tayi. Díe versloeg uiteindelijk de Turken.’ En het is geen toeval dat Abu Tayi leider was van dezelfde stam waarvan hij, Ali Hamal Salman Zwaide, de rechterhand van de lokale sjeik, deel uitmaakt, de stam der Howeitat-bedoeïenen.
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Hij wil het maar gezegd hebben. ‘Mijn vader heeft nog gevochten in het leger van Lawrence, onder aanvoering van Abu Tayi.’
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Het is de gelegenheid niet om historische details door te nemen met de oude man. Het is te warm ook. Vanochtend heeft de muktar een schone roodwitte kaffya om het hoofd geslagen en is met zijn twee beste dromedarissen vanuit Al Diseh naar ons woestijnkamp gekomen. Te voet, een paar kilometer gaans door het brandende zand. Met toeristentochtjes vult de dorpsrechter zijn pensioentje aan - een kleine taaie man met pretogen en een grijze stoppelbaard. David Lean zou niet hebben geaarzeld hebben hem te casten voor zijn film Lawrence of Arabia waarvan delen in Wadi Rum zijn opgenomen.
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Hoe zag zo’n veldslag in de woestijn eruit? Dat weet de muktar ook niet, maar tijdens een verkenningstocht passeren we een okerkleurige zandvlakte die is doorsneden met hoge tafelbergen, ‘rode bolwerken’, aldus Lawrence, waarachter zich altijd een vijand kon verbergen. De horizon lijkt vloeibaar geworden door de hitte. Het kost weinig moeite in de trillingen een aanstormend leger van duizenden dromedarisruiters te projecteren, die bloeddorstig als honden de Turkse garnizoenen de stuipen op het lijf joegen. ‘Uitgelezen ruiters’, schreef Lawrence. ‘We selecteerden de dromedarissen op snelheid en kracht, ongeacht hoe dwars en vermoeiend ze zich gedroegen onder het zadel, en vaak kozen we de meest onberijdbare omdat die de langste adem hadden.’
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Uitgelezen dromedarisruiters zijn we allerminst, de twee beesten van de muktar zijn tot onze opluchting mak als schapen al knielen ze wat nukkig om ons te laten opstappen. Daarna deinen we zachtjes door de geplooide vlakte, zand en rotsen zo ver het oog reikt, een paar zwaluwen scheren door de lucht, maar voor het landschap hebben we even geen oog: een duin op, een rotsrichel af – een hachelijke evenwichtsoefening.
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
‘Vroeger’, zegt een van onze begeleiders, ‘had iedereen dromedarissen. Het was de bankrekening van de bedoeïenen.’ Maar de woestijn zag haar bewoners vertrekken de afgelopen decennia, en het dorp groeide. Niet alleen trok de moderne tijd aan het traditionele bestaan, de regens werden met de jaren zwakker zodat de waterbronnen langzaam opdroogden. De lastdieren maakten plaats voor oude pick-uptrucks, de nomaden voor toeristen. Alleen de schapen en de geiten bleven.
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Abu Khaled heeft zijn oude levenswijze nog niet opgegeven. Hij heeft zijn tent opgeslagen iets ten noorden van Al Diseh, een dorp bij een waterbron met lage, witte huisjes, waartussen het groen van alfafaveldjes helder afsteekt. We kruisen het smalspoor van de Hezaj-lijn waarover in vervlogen tijden wagons vol pelgrims naar Mekka tuften. Aan de andere kant is de woestijn onherbergzamer, kaler en minder majestueus dan in Wadi Rum. De bergen zijn vlak en grauw, de rotskloven volgewaaid met zand.
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Ergens middenin die troosteloosheid staat een rechthoekige tent van aan elkaar genaaide plastic zakken, zo een waar niets schilderachtigs aan is. Maar Abu Khaled ontvangt ons met de legendarische gastvrijheid van de bedoeïenen, nadat we onze komst hebben aangekondigd door te toeteren, op ruime afstand, zodat hij tijdig zijn mooie dochters kan verstoppen in het vrouwendeel van de tent.
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Waarom staat hij midden in de vlakte en niet bij een oase, vragen we in onze westerse naïviteit. ‘Dan zouden de schapen alles in één keer opeten, en zouden we er bij een volgende passage nog minder voedsel vinden.’
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Elk jaar wordt het moeilijker voedsel te vinden, zegt hij mistroostig. ‘De regens blijven uit.’ Nee, het ligt niet aan de opwarming van de aarde: ‘Het is hier altijd warm geweest.’ Abu Khaled wrijft in gedachten over zijn gelooide gezicht en begint te vertellen: ‘Het ligt aan de mensen. Als je vroeger een melkgevende dromedaris had, liet je op vaste plaatsen een pot melk achter voor de volgende die zou passeren. Maar zelfs de bedoeïenen doen dat niet meer. De mensen geloven niet meer in elkaar, en ook niet meer in God. Daarom worden ze door God gestraft.’
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Er zwerven nog maar zo’n dertig families door de omgeving, schat hij, de helft minder dan twintig jaar geleden. Hij heeft overwogen in het dorp te gaan wonen, enkele van zijn zeven kinderen hebben er al een huisje. Maar Abu Khaled wil sterven waar hij is geboren, hier in de woestijn, want wat doet de mens als hij eenmaal een huis bezit? Luxe vergaren, en luxe brengt alleen ellende. ‘In goede tijden biedt de woestijn alles wat we nodig hebben.’
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
We kijken om ons heen. Zijn hele hebben en houden past in de achterbak van zijn oude pick up, inclusief zijn vrouw en twee ongetrouwde dochters.
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Als we terugrijden naar onze tent-met-douche, schiet me een dialoog in gedachten tussen Lawrence en Auda abu Tayi. Ze kwamen te spreken over een telescoop, ‘een verrekijker zo lang als een tent’, waarmee sterren zichtbaar werden die voor het blote oog verborgen bleven. ‘Waarom willen de Westerlingen altijd álles?’, vroeg Abu Taye: ‘Wíj kunnen tenminste God zien achter die paar sterren van ons. God houdt zich niet op achter die miljoenen sterren van jullie.’
Jordanië 'Die Lawrence van jullie bleef het liefst in zijn tent'
Nell Westerlaken