opvoeden
Is al dat snoep echt nodig? Wat je als ouder moet weten over de avondvierdaagse
Anna van den Breemer schrijft elke week over een alledaags opvoedkundig probleem waarvoor ze een oplossing zoekt. Hoe bereid je je kinderen voor op de avondvierdaagse?
‘Ik heb een potje met vet...’ U hoeft er niet van op te kijken als u de komende tijd deze klassieker uit kindermonden hoort schallen. De avondvierdaagse komt er namelijk weer aan. Niet iedere ouder staat te springen om mee te doen, want het is een logistieke puzzel met werk en het avondeten om rond 18.00 uur in de startblokken te staan. Hoe weet je of je kind klaar is voor dit wandelfestijn en hoe houd je het leuk?
Dit zeggen de deskundigen
‘Ieder kind is in principe in staat om 5 kilometer te wandelen, al verschilt het per individu hoe makkelijk dat gaat’, zegt Amika Singh, senior onderzoeker van het Mulier Instituut voor sociaal-wetenschappelijk sport- en beweegonderzoek. Ouders hebben hier invloed op, door de mentale voorbereiding die ze thuis doen. ‘Gebruik je een positieve insteek of spreek je steeds je twijfels uit over of jullie het wel gaan redden?’ Dat laatste is niet aan te raden.
Zo’n collectief wandelevenement heeft volgens Singh een meerwaarde voor kinderen. ‘Wandelen is laagdrempelig. Het is niet zoals met voetbal, dat iemand langs de kant blijft staan omdat er bepaalde kwaliteiten zijn vereist. Uit onderzoek blijkt bovendien dat positieve beweegervaringen op jonge leeftijd een voorwaarde zijn voor meer bewegen als kinderen ouder zijn.’
Nog een voordeel: je leert je omgeving op een andere manier kennen. ‘Normaal gesproken sjees je op de fiets van school naar huis, nu wandel je rustig door de buurt.’
Zo pak je het aan
Het is belangrijk om te beseffen dat kinderen en volwassen er een andere manier van wandelen op na houden. ‘Als je kijkt naar kinderen op een speelplein, dan zie je dat ze steeds sprintjes trekken en dan weer stilstaan. Dat is hoe kinderen bewegen. Dat zal tijdens de avondvierdaagse niet anders zijn’, zegt Singh. Kort gezegd: kinderen zijn sprinters, volwassenen zijn duurlopers.
Uit onderzoek blijkt dat autonomie belangrijk is voor het beweegplezier: als kinderen zelf zeggenschap ervaren en mogen bepalen wat ze doen, vinden ze het leuker. In een brief aan de Volkskrant schreef pedagoog Martin van Rooijen jaren geleden als eens over de overbodige bemoeienis van ouders. ‘Ouders die met elkaar keuvelend de vijf kilometer volbrachten. En erger, de kinderen aansprekend op ‘ongewenst’ gedrag als in de berm rennen of met kleefkruid klieren, wat voor hen juist de hoogtepunten zijn van de avondvierdaagse.’ Volgens de pedagoog moeten ouders zich zo snel mogelijk terugtrekken. ‘Bij jonge kinderen is de steun van ouders belangrijk, maar vanaf groep drie is het goed om kritisch te kijken: welke rol heb ik? Laat het over aan de coördinerende leerkracht of ouder.’
Dan nog iets over de grote hoeveelheden snoep. Allereerst is er de klassieker, iets wat veel jonge ouders zich nog zullen herinneren uit de tijd dat ze zélf de avondvierdaagse liepen: de halve sinaasappel met pepermuntjes erop, gewikkeld in een zakdoekje waar je vervolgens aan likt. Tandartsen raden het af, vanwege de combinatie aan zoet en zuur. ‘De hoeveelheid snoep is doorgeslagen. Maar dat doen de ouders hè, niet de kinderen’, aldus Van Rooijen. ‘Een rolletje drop voor onderweg is voldoende.’
Columnist Aleid Truijens liet eerder weten dat ze best kan begrijpen dat het voor ouders lastig is. ‘Tussen het vertrek van hun werk en de rit langs de naschoolse opvang, het koken en de verzorging van andere kinderen door, ook nog twee uur meelopen [...] Dat is gekkenwerk.’ Haar advies: ‘Maar doe het dan ook niet!’ Ook onderzoeker Amika Singh is als moeder van de praktische oplossingen: ‘Mijn zoon van 9 jaar zit in een groepje met vier vrienden. We verdelen de avonden onder de ouders.’