AchtergrondSchrijfdebuut
Hoe doe je dat nou, een boek schrijven? Zes tips voor ambitieuze amateurschrijvers
Het is zomer en dus komen de schrijfcursussen er weer aan, vaak in een lekker warm land, met een roseetje na gedane arbeid. Hoe doe je dat nou, een boek schrijven? En hoe groot is de kans dat het wat wordt? Aleid Truijens geeft tips, aan de vooravond van de ANV Debutantenprijs die op zondag 1 juli in het Dordrechts Museum wordt uitgereikt.
Eén miljoen. Dat onwaarschijnlijke cijfer zoemt al een jaar of twintig rond. Zoveel Nederlanders zouden in hun vrije tijd schrijven. Een verpletterend beeld: één op de twaalf volwassen landgenoten zit thuis jarenlang stilletjes te scheppen, na werktijd ploeterend aan wat ooit een meesterwerk moet worden, of in elk geval een boek. Met de eigen naam erop.
Of dat cijfer klopt, valt moeilijk te controleren. Welke statistiek kan dromen vangen? Hoeveel schrijvende amateurs hebben serieuze ambities? Vaak geciteerd wordt een onderzoek dat dagblad Trouw in 2007 liet uitvoeren door TNS Nipo. Een kleine 10 procent van een representatieve groep respondenten hield zich bezig met verhalen, gedichten, blogs of columns schrijven. Slechts 6 procent van hen bleek de ambitie te hebben om schrijver te worden. Dat zijn er al een stuk minder.
Maar toch. Slechts een fractie van die ambitieuze amateurs lukt het ook echt om een uitgever te vinden. Uitgevers zijn voorzichtiger dan vóór de economische crisis, toen ze nog weleens ‘een schot hagel’ wilden afvuren, in de hoop af en toe raak te schieten. Doorgaans zijn debuten van volslagen onbekende mensen geen kaskrakers.
Een boek verkoopt zichzelf niet, hoe goed het ook is. De nieuwe auteur moet aandacht in de media krijgen, liefs een veelgelezen interview of optreden in een talkshow. Recensies, hoor je vaak, zijn minder belangrijk geworden. Voor literaire debuten gaat dat niet op: één jubelende recensie in een krant kan de toon zetten en alle verschil maken.
Zonder uitgekiend marketingplan en hijgerige activiteit op sociale media lukt het niet, menen veel uitgevers. Publiciteit kost geld. De uitgever investeert liefst in kansrijke projecten. Wie op safe speelt, geeft boeken uit die een beetje lijken op eerdere succesnummers, boeken die geheid reuring veroorzaken of die over een hot of sexy thema gaan. En boeken van bekende Nederlanders, die verkopen zichzelf.
Toch is de kans dat je op die manier zomaar een nieuwe Gerard Reve, Jan Wolkers, Hella Haasse, F.B. Hotz, Connie Palmen, Arnon Grunberg, Peter Buwalda of Lize Spit ontdekt – om maar wat komeetachtige literaire debuten te noemen – heel klein. Echt groot talent lijkt nergens op, stelt zelf de nieuwe norm. Een goede uitgever of redacteur blijft altijd graven in de berg kopij die ongevraagd binnenstroomt, en is alert op schrijftalent bij de papieren of onlinemedia.
Wat is succesvol debuteren: een grote berg boeken verkopen, of de waardering krijgen van de literaire kritiek en van jury’s die literaire prijzen uitdelen? Liefst allebei natuurlijk, maar dat is hoogst zeldzaam. Het bestaat wél, zie bovengenoemd rijtje gebenedijde auteurs die bij de critici, de jury’s én de boekenkopers in de smaak vielen.
Debutantenprijzen
De ANV Debutantenprijs voor het beste prozadebuut, die morgen in Dordrecht wordt uitgereikt, heette eerder De Debutantenprijs (vanaf 1995) en de Academica Debutantenprijs. Uit twaalf door een jury genomineerde titels kiezen lezers de beste debutant, die 7500 euro krijgt.
De Bronzen Uil – 5000 euro en een bronzen beeld – is een prijs, sinds 2011, voor het beste Nederlandstalige literaire debuut. Al sinds 1925 bestaat de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, oorspronkelijk een ‘aanmoedigingsprijs’, nu 7.500 euro groot. De tweejaarlijkse Anton Wachterprijs, voor het beste schrijversdebuut – 2000 euro en een replica van het beeldje van Anton Wachter – is in 1977 ingesteld. Een vakjury kiest de winnaar.
Bij de Hebban Debuutprijs, voor literaire fictie en nonfictie, kiest een groep lezers de shortlist. Een jury van Hebban-redacteuren en boekverkopers kiest de winnaar. Die krijgt 2500 euro en promotie op Hebban.nl ter waarde van 2500 euro. Opmerkelijk: van de twaalf genomineerden voor 2018 zijn er tien vrouw.
En dan zijn er nog de BookSpot Schaduwprijs voor Nederlandstalige thrillerdebuten, de C. Buddingh’-prijs voor Nederlandstalige poëziedebuten en de Hotze de Roosprijs, een lezersprijs voor debuterende kinderboekenschrijvers.
Hoeveel debutanten zijn er eigenlijk elk jaar? Dat hangt ervan af wie je meetelt. Reken je alle non-fictiedebuten mee – dan kom je op honderden – of alleen de ‘literaire’ non-fictie, en wat valt daar precies onder? En als je alleen de literaire titels meetelt, welke zijn dat dan? Ook de literaire thrillers? Alle uitgegeven poëzie, ook de beroerdste?
Literaire critici zijn geneigd om de boeken die aan hun hoge literaire maatstaven voldoen literair te noemen, en de boeken waarmee het publiek massaal wegloopt buiten het domein van de literatuur te plaatsen. Maar volgens welk objectief criterium zouden de boeken van Kluun, Heleen van Royen, Tim Hofman, Hendrik Groen of Saskia Noort niet tot de literatuur behoren en die van Geert Mak, Annejet van der Zijl of Paulien Cornelisse wel?
Sabrina Klarenbeek, die in 2017 afstudeerde aan de Radboud Universiteit op een analyse van de literaire productie van 2015, koos als ietwat circulair maar bruikbaar criterium voor een ‘literair debuut’ of een boek is uitgegeven door een van de 24 grootste, zich als ‘literair’ afficherende uitgeverijen in Nederland. In 2015 telde zij 34 literaire debuten.
Wat maakt een debuut kansrijk? Zes tips, op zeer onwetenschappelijke wijze tot stand gekomen op grond van observaties, voor een succesvol literair debuut.
1. Neem een schrijfcoach en een literair agent
Hoe bestorm je het voor de buitenstaander onneembare bastion van de literatuur? De kans dat de blik van een drukbezette redacteur net valt op jouw mailtje, met een enorm document in het attachment, is klein. Zorg daarom voor eigen begeleiding, in de vorm van een schrijfcoach of volg een schrijfcursus. Zo creëer je ook deadlines. Is het manuscript eenmaal af, meld je dan bij een gerenommeerde literair agent. Als die er iets in ziet, is de kans groter dat een uitgever interesse toont dan wanneer jij zelf aanklopt.
Tegen. Het gevaar van professionele schrijfcoaches is dat ze standaardregels hanteren uit handleidingen proza schrijven: ga uit van een conflict, zorg voor een strakke spanningsboog, cliffhangers, veel dialoog, enzovoort. Dat kan leiden tot eenheidsworst, en tot een ander boek dan jij wilt schrijven.
Een literair agent die in je gelooft is prachtig natuurlijk, maar kost een hoop geld. Het blijft de vraag of het boek dat terugverdient.
2. Maak een hoop herrie
Jan Cremer had het goed begrepen toen hij zijn debuut Ik Jan Cremer ‘een onverbiddelijke bestseller’ noemde: de publicitaire kracht van de selffulfilling prophecy is groot. Overal glamourfoto’s ophangen, opscheppen over oplages, slijmen bij de één en de ander verdacht maken, verlekkerd de geilste passages voorlezen, je boekpresentatie op YouTube zetten, ongevraagd citaten jatten en die gebruiken voor de promotie – het kan allemaal helpen om meer boeken te verkopen. Zie het tweede boek van Mano Bouzamour, Bestsellerboy, dat gaat over zijn eerste bestseller, zijn debuut De belofte van Pisa. Herrie loont.
Tegen. Je loopt het gevaar dat potentiële lezers denken: daar heb je hém weer; ik hoef dat boek niet meer te lezen, ik ken het al. En dat de critici door wie je graag serieus beoordeeld wilt worden denken: laat maar. Een beetje geheimzinnigheid kan geen kwaad voor een debutant. Denk aan oudere debutanten als D. Hooijer en Frida Vogels, die weinig van zichzelf prijsgaven en die ‘iedereen’ ineens wilde lezen.
3. Schrijf over je eigen leven
Dat advies krijgen debutanten vaak: zoek het niet te ver weg, schrijf over wat je hebt meegemaakt, over wat je het diepste beroert. Een groot deel van de debuutromans is autobiografisch. Vaak gaat het dan niet over groot plezier of geluk maar over Iets Ergs. De grote liefde loopt weg, vaders en moeders vallen dood neer, de ik-figuur lijdt aan depressies of wanen, er is sprake van incest of psychische mishandeling, ouders worden dement, een broer, zus of kind sterft. Sommige van die rampen zullen ons vroeg of laat overkomen, andere gelukkig nooit. Mensen lezen graag boeken over de emoties die ze herkennen of vrezen, zonder al die ellende allemaal zelf te hoeven meemaken.
Tegen. Zwelgen in narigheid kan te veel worden. De fixatie van een ik-figuur op het eigen, hoogst interessante zieleleven kan narcistische trekjes krijgen en behoorlijk irriteren. De enkele debutant die naar buiten komt met een werk van de verbeelding oogst grote bewondering. Die schuift niet zichzelf naar voren, heeft de moeite genomen verhaallijnen te bedenken, personages tot leven te wekken, een wereld te scheppen die er nog niet was. Zo’n boek is het debuut van Peter Buwalda, Bonita Avenue.
4. Schrijf over nieuwkomers of buitenbeentjes
Veel succesvolle debuten van de laatste twintig jaar gaan over immigrantenkinderen. Ze druipen niet van de poëtische weemoed à la Kader Abdolah, maar beschrijven het permanente schuren in de multiculturele samenleving. Het zijn verhalen over kinderen die buiten de groep vallen, op school worden onderschat, worden gepest en wraak nemen, die ontsporen of juist opklimmen en dan vervreemden van hun ouders en straatvrienden. Dit is hét thema van deze tijd.
De geestelijke staat van de immigrant, die zich nergens helemaal thuis voelt, die permanent moet schipperen tussen twee werelden, is eigenlijk per definitie literair; het conflict en het verlies zijn al ingebakken. Lees Özcan Akyol, Ernest van der Kwast, Yasmine Allas, Murat Isik en Mano Bouzamour.
Het is een onderwerp van zowel debuten die door de kritiek werden geprezen en prijzen wonnen als van boeken die matig werden besproken maar een groot publiek bereikten.
Tegen. Enkele debuutromans die in een oer-Hollandse omgeving spelen, zoals Boven is het stil van Gerbrand Bakker, of op het Vlaamse (Lize Spit) of Zeeuwse (Franca Treur) platteland, waren een enorm succes, zowel in de waardering als in de verkoop. Treurs debuut Dorsvloer vol confetti is voor veel lezers zeer exotisch: zij beschrijft een vrome, bevindelijk gereformeerde wereld die de meeste mensen niet kennen. Dat gold ook voor Reves debuut De avonden, dat de sfeer ademt van het orthodoxe communisme. Het thema van het buitenbeentje dat de mores in en buiten het gezin niet kan verenigen is van alle tijden.
5. Wees een vrouw
Lijkt het maar zo, of zijn de succesvolle debutanten van de laatste jaren echt allemaal vrouwen? Volgens het onderzoek van Sabrina Klarenbeek waren er in 2015 meer vrouwelijke dan mannelijke debutanten.
Ook bij de debutantenprijzen zijn vrouwen tegenwoordig in de meerderheid. De afgelopen tien jaar ging de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs zeven keer naar een vrouw: dit jaar naar Lize Spit voor Het smelt, eerder naar Niña Weijers, Hanneke van Eijken, Kira Wuck, Lieke Marsman, Ester Naomi Perquin en Eva Maria Staal. De laatste vijf edities ging de Anton Wachterprijs viermaal naar een vrouw: Roos van Rijswijk, Niña Weijers, Maartje Wortel en Anne-Gine Goemans.
Vorig jaar kreeg Lieke Kézér de ANV Debutantenprijs. Dit jaar zijn twee van de drie genomineerden vrouwen: Rinske Hillen met Houtrot, en Patricia Jozef met Glorie. De derde genomineerde is Arjen van Veelen, met Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken. Het is duidelijk: vrouwen heersen.
Tegen. Ze zijn er echt nog wel hoor, de succesvol debuterende mannen: Jaap Robben, Robert Vuijsje en Mohammed Benzakour bijvoorbeeld. Een minpuntje is ook dat (volgens Klarenbeek) vrouwelijke debutanten minder vaak worden gerecenseerd dan mannelijke. Heeft de Lezeres des Vaderlands toch nog reden tot boosheid.
6. Wees tegendraads, eigenzinnig en onverstoorbaar
Goede schrijvers zijn altijd eigenwijze schrijvers. Zij geloven in hun boek en in zichzelf, ongeacht de grillen van de markt, de modieuze voorkeuren van de lezer, de herschrijftips van de schrijfcoach en de onafzienbare reeks afwijzingen in hun mailbox. Zij hebben het allemaal mis, die smakelozen. Ooit zal de wereld versteld staan. En mocht niemand het prachtboek willen uitgeven, dan doen ze het zelf wel. That’s the spirit.