Op mijn plekLiselore Frowijn
‘Het tegenovergestelde van goede smaak is gemakzucht’
Iemand met smaak, gefotografeerd in een zelfgekozen fraaie ruimte: dat is het idee achter deze rubriek. Deze week: mode- en textielontwerper Liselore Frowijn (28).
Wie?
Liselore Frowijn
Wat doet ze?
Mode- en textielontwerper, docent
Waar?
Het Rietveld Schröderhuis in Utrecht, dat wordt beheerd door het Centraal Museum Utrecht
Waar staan we nu?
‘We zijn in het Rietveld Schröderhuis in Utrecht, de stad waar ik ben opgegroeid. Rietveld heeft dit huis samen met Truus Schröder ontworpen, een Nederlands beeldend kunstenaar.
‘Ik ken deze plek al heel lang. Mijn vader is architect en nam me als jong meisje mee, dat vond ik te gek. Het is zo’n vreemd huis, heel modern voor de tijd waarin het is ontworpen, 1923-1924. Alles hier heeft primaire kleuren en is speels en slim ontworpen. Neem de schuifbare muren, waarmee verschillende ruimten kunnen worden gecreëerd. Ook is er een spreekbuis: daardoor kon mevrouw Schröder vanaf de bovenverdieping praten met het personeel bij de boodschappenlift.’
Wat heb je aan?
‘Dit broekpak droeg mijn moeder voordat ze mij kreeg. Ze heeft een keer een kamer geverfd met dit pak aan, zoals je ziet aan de stof op de benen. Daarna vond ze het niet meer draagbaar. Het pak is stoer en leidt niet af van mijn verhaal, het geeft me een neutraal kader. De verfvlekken doen me denken aan mijn moeder, je ziet dat dit pak heeft geleefd. Ik draag het graag als ik lezingen geef of tijdens de presentatie van een nieuwe collectie.’
Hoe heeft je stijl zich ontwikkeld?
‘Mijn oma woonde op een boerderij en had vier kinderen, ze verzamelde stoffen en maakte alles zelf. Dat gaf ze weer mee aan mijn moeder, eigenlijk waren zij ontwerpers avant la lettre. Ik heb de liefde voor ontwerpen van hen meegekregen.
‘Als kind en tiener was ik verlegen, maar in de derde klas ontdekte ik dat ik mijn creativiteit kon gebruiken bij kleding. Ik kocht vooral tweedehands kleding en experimenteerde met gekke outfits. Zo droeg ik bijvoorbeeld een witte kanten rok met een zwarte college sweater en kleurrijke Indiase jutti’s eronder, felgekleurde leren schoentjes met borduursels. Sindsdien is mijn stijl verfijnd, maar niet veranderd. Ik vind fast fashion nog steeds niet interessant.
‘Behalve tweedehandsvondsten draag ik tegenwoordig ook een aantal designerstukken, waaronder eigen werk. Mijn kast is een tijdmachine door de kledingstukken die er al jaren rouleren. Achter ieder kledingstuk zit een verhaal, zo kan ik makkelijk uren vertoeven in mijn kast.’
Hoe ziet je huis eruit?
‘Als mensen binnenlopen in mijn studio, zijn ze altijd even in shock. Bijna alles is wit, op het klinische af. De vloeren en muren dienen als canvas voor alle items met kleur, zoals een kleed met een Aztekenkalender uit Mexico en een wandkleed met een tropisch tafereel uit Panama. Ook heb ik een rode patchworkbank van Hella Jongerius. Overal staan planten.’
Wat betekent goede smaak voor jou?
‘Voor mij is dat: je best doen en erover nadenken wat bij je past en waarin jij je goed voelt. Misschien is het tegenovergestelde van goede smaak gemakzucht. Ik zou dan ook iedereen aanraden eens een avond in je garderobe te duiken, in plaats van te netflixen.’
Schoenen
‘De laarsjes van Jil Sander heb ik op de kop getikt bij Kiki Niesten in Amsterdam. Ik was meteen verliefd op de speelse krokodillenhak.’
Schuifmuur
‘Er valt hier van alles te ontdekken, zo zijn er muren die je kunt in- en uitschuiven, waardoor het heel ruimtelijk oogt. ‘Nu ik hier weer ben voel ik me weer het meisje van toen. Ik weet nog dat ik dacht: die arme kinderen van mevrouw Schröder, die hebben geen privacy, met dat schuifmuurtje.’
Tafeltje
‘Voor mij staat dit tafeltje met zijn hoekige vormen en primaire kleurverdeling symbool voor het hele Rietveldhuis. Het is een iconisch object van De Stijl, de Nederlandse avant-garde kunstbeweging uit 1917 met een eigen magazine en leden als Theo van Doesburg en Piet Mondriaan.’
Centraal Museum
‘Het Centraal Museum Utrecht, beheerder van het Rietveld Schröderhuis, organiseert normaal gesproken tours met een busje van het museum naar het huis, alwaar je een rondleiding krijgt. Zo kwam ik hier voor het eerst als kind.’