Thuis etenweekendrecept
Groen-als-gras-aardappelsla waar je geen genoeg van krijgt
Kookboekenmaker Yvette van Boven maakt een seizoensrecept en geeft suggesties om iets met de restjes te doen. Deze week: aardappelsla.
Gras. Ik wist niet dat het een item in mijn leven kon worden, maar het werd ineens een enorm thema toen we een huis kochten op een eiland dat er vol mee stond.
Wist u bijvoorbeeld dat er snelgroeiend gras en lángzaamgroeiend gras bestaat? Ik inmiddels wel, want als je een veld moet inzaaien krijg je de keus. Ik koos direct voor snelgroeiend – want gauw een mooi veld vol – maar dat is dus een heel domme gedachte. Snelgroeiend gras kies je als je dieren hebt die het doorlopend vakkundig millimeteren. Als u zélf dat dier bent – en dan bedoel ik: u met uw grasmaaier – is langzaamgroeiend al snel genoeg.
Dat werd me algauw duidelijk bij het landbouwmagazijn waar ik balen graszaad kwam aanschaffen voor het nieuw omgeploegde en geharkte stuk land. Ik zaaide dus op aanraden van de verkoper lángzaamgroeiend gras in het grote veld dat later boomgaard zou worden. Voor de weken dat we in Amsterdam waren vonden we gauw iemand die bleef doormaaien. Want langzaamgroeiend gras groeit verdomd snel.
Onze grasmaaier kreeg gezinsuitbreiding: de zitmaaier. Op de zitmaaier stoven we, al vechtend om wie de beurt had, door de tuinen en weiden. Met iedereen die langskwam overlegden we maaitactieken, het was een serieuze aangelegenheid.
Maar nu was ‘No mow May’ (Maai Mei Niet) aangebroken. Een maand waarin we niet mochten maaien en op onze handen moesten zitten. Immers: de insectenstand holt achteruit en we moeten alle inheemse planten die in het gras groeien een kans geven hun volledige cyclus te draaien; het bloeiende gras als voeding voor alle insecten die nog wél waren overgebleven.
De tuin werd er weelderig door en er groeiden plantjes tussen het gras die ik nooit eerder zag. Ik slenterde gelukkig door de kuithoge halmen. ‘Thaaanks’ gilden de rupsen, terwijl ze de stelen met de helft van hun pootjes vasthielden en met de andere helft zwaaiden. ‘HAP!’, zei de paardenvlieg, want sommige insecten in het gras zijn ook weer niet áltijd heel tof.
Gelukkig bleef het terras redelijk gras- en insectenvrij en staken we bij lekker weer de barbecue aan. Ik maakte er dan een groene aardappelsla bij: zo groen als gras. Hij was de lekkerste die ik ooit at en we-kregen-nooit-genoeg.
De beste, allergroenste aardappelsla ooit
In gebroken aardappeltjes en geplette olijven blijft de dressing lekker hangen, dus doe dat écht!
1 kg kriel, in de schil
1 theel. hele komijnzaadjes
de zaden uit 6 kardemompeulen: beide zaden kort geroosterd in een droge koekenpan
1 eetl. jalapeño (uit een pot), of een kleine verse, kleingehakt of 1-2 eetl. groene tabasco
150 gram mayonaise
handvol spinazie
zeezout en versgemalen zwarte peper
4 stelen bleekselderij, schuin in dunne schijven
groene olijven, zonder pit en geplet met een mes of stamper
25 gram dille, grofgehakt
25 gram bieslook, grofgehakt
Kook de krieltjes in goed gezouten water tot ze beetgaar zijn. Ongeveer 15 minuten, afhankelijk van de grootte. Giet ze af en laat ze iets afkoelen.
Maal het komijnzaad met de kardemom in vijzel of molen fijn, voeg de pepers of tabasco toe, de mayonaise en een handvol spinazie. Draai alles tot een groene, kruidige mayonaise. Proef op zout en peper.
Breek de lauwwarme aardappeltjes in grove stukken in een wijde schaal. Meng de bleekselderij, de geplette olijven en de verse kruiden erdoor (hou een beetje kruiden achter). Schep de groene saus erdoor. Bestrooi met de achtergehouden kruiden en dien meteen op.
Opmaaktip:
Schep de volgende dag opnieuw een lik mayo erdoor, de aardappels zullen alle dressing opgezogen hebben. Knijp er een halve citroen over uit en proef opnieuw. De smaken trekken na een nacht in de koelkast lekker in en moeten even opnieuw in balans worden gebracht. U kunt deze salade makkelijk de volgende dag ook nog opdienen, mits u hem koel bewaart.
Instagram: @yvettevanboven