Opvoeden
Een ‘ja-dag’ waarop de kinderen alles mogen bepalen: is dat een goed idee?
Anna van den Breemer schrijft elke week over een alledaags opvoedkundig probleem waarvoor ze een oplossing zoekt.
In de film Yes Day, te zien op Netflix, beseft moeder Allison (gespeeld door Jennifer Garner) dat ze van een levenslustige vrouw is veranderd in een ‘nee!’ roepend monster. Ze schreeuwt ‘nee’ tegen haar zeurende kinderen, ‘nee!’ tegen extra schermtijd. Op een dag deelt de coach van school zijn geheim. Hij houdt thuis ‘ja-dagen’ waarop hij 24 uur lang instemt met alles wat zijn kinderen willen. Werkt zo’n dag inderdaad bevrijdend en hoe pak je het aan?
Dit zeggen de deskundigen
Het kan de relatie ten goede komen als ouders het kind volgen in plaats van alle regels te dicteren, denkt orthopedagoog en systeemtherapeut Mariëlle Beckers. ‘Ik zeg weleens tegen ouders: als jij binnenkomt op je werk en je baas begint direct met ‘hang nu je jas op en zet dat koffiekopje recht’, dan zou je aan het eind van de werkdag ontslag nemen. Dat is wel hoe we vaak omgaan met kinderen.’
Iets minder de politieagent uithangen, dus. Dat wil niet zeggen dat regels geen functie hebben in het gezin. Ze bieden veiligheid doordat een kind weet waar het aan toe is. ‘Als kinderen altijd alles mogen bepalen, zou het in de soep lopen’, aldus Beckers. Maar één afgebakende dag de leiding overdragen, is goed te doen. ‘Je geeft kinderen meer autonomie, maar het is helder dat morgen de gewone regels weer gelden.’
Voor vaders en moeders kan zo’n ja-dag inspirerend zijn. ‘Volwassenen spelen zelf nooit meer. Met een volle agenda gaat het er vaak om dat de dingen nuttig zijn. Tijdens een ‘ja-dag’ mag je even een pauze nemen van die verantwoordelijke rol’, zegt Julie de Graaf. Ze schreef een handboek voor kinderen: Het geweldige grote mensenboek: waarom grote mensen nooit meer buitenspelen, zeuren dat jij je groente moet eten en zelf chips pakken als jij in bed ligt. Uit onderzoek blijkt volgens De Graaf dat je van spelen vrolijker, minder gestrest en hoopvoller wordt. ‘Laatst gingen we sleeën in de duinen. Ik voelde weer die rush van toen ik kind was.’
Kunnen kinderen die verantwoordelijkheid dragen? ‘Mijn kinderen verrassen me vaak op momenten dat ze zelf het heft in handen mogen nemen’, zegt De Graaf. Volgens Beckers zie je op zo’n ‘ja-dag’ vaak terug welke regels kinderen geïnternaliseerd hebben, zoals: als je veel snoept, word je misselijk. ‘Vaak houden ze daar dan ook rekening mee.’
Zo pak je het aan
Hoe voorkom je dat kindlief zich volpropt met snoep en de dag gamend doorbrengt? ‘Het valt of staat met hoe je het plan presenteert’, zegt De Graaf. ‘Zeg: ‘Jullie mogen kiezen wat we met z’n allen gaan doen’. Dat is wat anders dan: ‘Jij mag 24 uur bepalen wat jij wil.’ Hierdoor krijgt ‘ja-dag’ een gemeenschappelijk karakter en draait het om activiteiten voor het gezin.
Om dit experiment positief te laten verlopen, is het handig om vooraf enkele voorwaarden te stellen, meent Mariëlle Beckers. ‘Ouders kennen hun eigen kind het beste. Je weet of het van nature grenzeloos is of dat het de ‘ja-dag’-opties vooral in onschuldige dingen zal zoeken.’
Hoe zit die begrenzing eruit? ‘In de dierentuin kun je zeggen: jullie mogen bepalen waar we heen gaan, wat we eten tijdens de lunch én zelf iets uitkiezen in het winkeltje. Het kan ook slim zijn om een budget af te spreken.’
Tijdens zo’n ‘ja-dag’ sluit je een bondje met je kind, meent Julie de Graaf. ‘Eigenlijk besluit je: vandaag plaatsen we ons gezin buiten het systeem. We nemen een pauze van alles wat moet.’