RecensieBruce Nauman

Disappearing Acts omspant Bruce Neumans hele leven en laat zien dat hij zijn jonge versie trouw blijft (*****)

Wat maakt een kunstenaar die schijnbaar futiele handelingen verricht (een pingpongballetje laten stuiteren tussen vloer en plafond), onweerstaanbaar? Zijn overtuiging. Sacha Bronwasser viel als een blok voor Bruce Nauman.

Sacha Bronwasser
Bruce Nauman, One Hundred Live and Die, 1984. Beeld Bruce Nauman/ProLitteris Zurich
Bruce Nauman, One Hundred Live and Die, 1984.Beeld Bruce Nauman/ProLitteris Zurich

Verliefd worden in het museum, het zal niet de eerste keer zijn. Maar deze zag ik niet aankomen. Het was er wel de dag naar: het voorjaar was heel plots verschenen in de Zwitserse stad Basel, het was weer om in de Rijn te zwemmen en met blote benen te fietsen. Het eerste zag ik, het tweede deed ik en toen zette ik het Zwitserse leenfietsje op slot voor het Schaulager museum, waar een grote retrospectieve tentoonstelling van de Amerikaanse kunstenaar Bruce Nauman plaatsvindt. Nu een hard gekoeld museum binnengaan, met úren video’s en installaties in het vooruitzicht – hmm. Dat ik vijf uur later geheel vervuld van Naumans kunst weer buiten zou staan en gretig naar een volgend museum zou racen om voor sluitingstijd nóg twee installaties van Bruce Nauman te kunnen ondergaan…nou ja, voor hem gevallen dus. Als een blok.

Bruce Nauman
Disappearing Acts
Schaulager, Bazel, t/m 26/8
En in Kunstmuseum Basel.

Nu was dit Bruce Naumanretrospectief sowieso een reden om op reis te gaan. Het is het eerste in een kwarteeuw tijd en Nauman (76) is zijn leven lang een pionier op, ja, op welk terrein eigenlijk niet? Het terrein van videokunst, performancekunst, sculptuur, kunst-met-tekst, het gebruik van neon-, installatiekunst, kortom: vrijwel alles behalve de schilderkunst. De man heeft zo veel baanbrekend werk gemaakt dat kunstenaars die zich in deze disciplines begeven, hem onherroepelijk als aartsvader tegenkomen (zie inzet). U kent hem wellicht van die spiraalvormige neontekst die sinds jaar en dag aan het entree van het Kröller-Müller Museum hangt en die eigenlijk niemand helemáál begrijpt.

De kunstenaar woont al decennia op een ranch in New Mexico, fokt paarden, reist liever niet en laat zelden iets los. De laatste keer dat zijn hele oeuvre werd belicht, was in de jaren negentig. In 2009 vertegenwoordigde hij de Verenigde Staten op de Biënnale van Venetië, daarna werd het stil – tot hij kort geleden weer van zich liet horen (met een flater én een topwerk, waarover straks).

Gróót

De tentoonstelling in Basel omspant Naumans hele leven en is gróót: meer dan 170 werken, waarvoor de twee enorme verdiepingen expositieruimte in het Schaulager zich wel uit lijken te vouwen, zo ingenieus is het retrospectief ingericht. Met sleutelwerken, zelden getoonde tekeningen, kleine intieme hoekjes, zaalvullende installaties en een gloednieuw werk in de hoogste kwaliteit 3D-film. De expositie zal later doorreizen naar het MoMA in New York, maar het kleine Basel (en daarmee Europa) kreeg de primeur vanwege de Emanuel Hoffmann stichting. Deze verzameling vooruitstrevende hedendaagse kunst, opgericht in 1933, ligt aan de basis van zowel het Kunstmuseum als het Schaulager in Basel. De stichting was één van Naumans eerste kopers en is tot op heden blijven aankopen.

Bruce Nauman, The True Artist Helps the World by Revealing Mystic Truths (Window or Wall Sign), 1967. Beeld Bruce Nauman/ProLitteris Zurich
Bruce Nauman, The True Artist Helps the World by Revealing Mystic Truths (Window or Wall Sign), 1967.Beeld Bruce Nauman/ProLitteris Zurich

De expositie is chronologisch met een huppel: je loopt Naumans ontwikkeling door, maar schiet regelmatig even voor- of achteruit in de tijd. En daar beginnen de jaartallen op te vallen. Wéér een werk uit 1966, 1967 of 1968. En wéér een. Bijna de helft van alles hier komt uit die jaren; toen legde hij de basis. Hij is dan nog maar net afgestudeerd, 25 jaar oud. Geeft één avond per week les, heeft verder weinig omhanden en nauwelijks geld voor materiaal. In Europa is mei ’68 in aantocht, in Californië de Summer of Love.

Been there

Wat ooit voor Picasso gold (zolang hij leefde was het moeilijk uit zijn schaduw te stappen) geldt inmiddels ook voor Bruce Nauman. Een van de eerste kunst-YouTubers, Hennesy Youngman (alter ego van de verder vergeten kunstenaar Jayson Musson) verzuchtte in zijn Art Thoughtz in 2010: hoe voorkom je in dat je Bruce Nauman imiteert? Wil je iets maken met water? Met handen? Wil je gaan lopen als kunstvorm? Iets doen met clowns? Of met marteling? Of een combinatie van die dingen? Wat je ook verzint, ‘that cracka Bruce Nauman’ heeft het allemaal al gedaan!

Terwijl buiten de hippies trippend op het gras liggen, hun oproepkaarten voor militaire dienst verbranden en luisteren naar beat poet Allen Ginsberg, zondert de jonge kunstenaar zich af in zijn atelier. Daar begint hij bij nul. ‘Ik werkte heel weinig en wist niet wat ik met al die tijd aan moest. Daar begon ik afdrukken te maken van mijn eigen lichaam, te werken met mijn eigen naam, dat soort dingen…ik was genoodzaakt om mijzelf te onderzoeken, en wat ik daar deed’, zei Nauman in 1970 in een interview.

En wat doet hij daar, zich vervelend in zijn atelier? Nauman schuift een maand lang een berg meel heen en weer op zijn vloer en fotografeert elke dag een andere ‘flour arrangement’. Hij zet ingewikkelde passen op lijnen op de vloer of neemt allerlei poses aan tussen de vloer en de muur en houdt dat vol zolang de geleende videocamera loopt – de eerste draagbare Sony Portapak uit 1967, wat een geluk. Hij giet de ruimte onder zijn keukenstoel af in beton (op dit idee van ‘negatieve ruimte’ zou de Britse beeldhouwster Rachel Whiteread later een hele carrière bouwen). Ander basismateriaal: zijn eigen naam. Hij schrijft hem in neon, uitgerekt ‘as though it were written on the surface of the moon’, nu een van de pronkstukken van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Het is conceptuele kunst op zijn vroegst en best, het idee ís het kunstwerk.

Bruce Nauman, My Name As Though It Were Written On The Surface Of The Moon, 1968. Beeld Collectie Stedelijk Museum Amsterdam
Bruce Nauman, My Name As Though It Were Written On The Surface Of The Moon, 1968.Beeld Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

Hier slaat de vonk over bij mij: bij het zien van zo’n vroeg werk dat ik alleen van foto’s ken. Op een 16mm-filmpje laat Bruce Nauman gedurende 10 minuten twee pingpongballen kaatsen tussen vloer en plafond van zijn atelier (Bouncing Two Balls Between the Floor and Ceiling with Changing Rythms, 1967-68). In deze tijd wisselt hij video en film af; de lengte van de filmspoel of videocassette bepaalt de lengte van zijn acties. Hij springt heen en weer, voert de zelfbedachte onzin-opdracht (steeds moeten de ballen vloer en plafond raken) met uiterste concentratie uit, steeds mislukt het, springen de balletjes weg en laten hem dansen als een vlo.

En dat is – ja, aantrekkelijk. Toegegeven: de jonge, graatmagere Bruce Nauman had dat stoïcijnse van James Dean en het sluike lefgozerhaar van Johan Cruijff, dat helpt ook. Maar het aantrekkelijkst is de overtuiging waarmee hij het doet. Hier is iemand uit alle macht bezig iets te maken uit (bijna) niets. En het lukt hem.

Terugkijken

Als je kunt terugkijken, en op deze expositie heb je een halve eeuw onder handbereik, zie je dat de oudere Bruce zijn jonge versie trouw blijft. Kijk even mee. Nauman in die cruciale jaren: zijn kunst is niet per se wat er uit het atelier komt, maar wat daar gebéúrt. Dat blijft. In 2000 wordt de kunstenaar, die inmiddels op zijn afgelegen paardenranch woont, overvallen door een gebrek aan ideeën en door een muizenplaag. Hij zet een camera en een goede microfoon in zijn atelier en legt vast wat er gebeurt als er ‘niets’ gebeurt (Mapping the Studio I en II, 2001).

Koopje

De aankoop van een klassieker ging op z’n Hollands. Kijken, kijken...

Leven en dood, seks en geweld en dat geserveerd met een een zo uitgestreken mogelijk gezicht: Seven Figures (1984), in 1995 gekocht door het Stedelijk Museum Amsterdam, is een Bruce Naumanklassieker. Maar de voorgenomen aankoop door directeur Rudi Fuchs van dit aanvankelijk Neon Porn Chain geheten werk kreeg in de media de wind van voren. De opwinding gold niet zozeer de seks maar vooral, heel Nederlands, de prijs: in de zomer van 1994 zou er 800 duizend gulden (ruim 360 duizend euro) voor moeten worden betaald. ‘Een dure grap’, schreef Vrij Nederland. De aankoop moest sowieso uitgesteld worden, omdat het aankoopbudget van dat jaar al op was. Dat uitstel bleek de redding, want door de gekelderde koers van de dollar viel de prijs begin 1995 veel lager uit: 640 duizend gulden (nog geen drie ton in euro's, nu om te schaterlachen). Met korting, óók heel Nederlands, kon de koop doorgaan. In 2016 hing het werk in het Stedelijk Museum op de expositie Opwinding. Samenstelling: Rudi Fuchs.

Nachtenlang registreert de camera vanuit verschillende hoeken het rommelige, verlaten atelier. Muizen, af en toe een kat, een langsfladderende mot, in de verte horen we een coyote die huilt. Nauman noteert de non-gebeurtenissen na afloop minutieus in schema’s. ‘Er zit esthetiek in de verspilling van tijd’, zei de dichter Fernando Pessoa. Die esthetiek staat bij Nauman uiteindelijk in zeven wandvullende projecties om je heen, in verschillende kleuren projecties, als een roerloos spookhuis. En dan maar wachten tot er een muis langs rent.

Eigen lichaam

Verder ontdekt hij dat je je eigen lichaam bij de hand hebt. Afdrukken van zijn knieën, een bouwpakket-ontwerptekening van zijn handen, afgietsels van zijn hoofd, een video van zijn op en neerdansende balzak: alles is bruikbaar en onuitputtelijk en vaak gaat er een vreemde dreiging van uit. Lichaamsdelen worden afgegoten en los opgehangen in mobiles, bijvoorbeeld. Of Nauman knijpt, kneedt en port in zijn eigen oog, oor en neus (voor de camera) alsof het levenloos beeldhouwersmateriaal is, tot je weg moet kijken van plaatsvervangende pijn. Spookachtig als in de Addams Family is een beeld van zijn eigen handen waarbij alle vingers zijn vervangen door een afgietsel van zijn duim. Neem dit beeld: zijn eigen handen, maar dan alleen bestaand uit duimen (All Thumbs, 1996).

Bruce Nauman, Self Portrait As A Fountain, 1966-67. Beeld Bruce Nauman/ProLitteris Zurich
Bruce Nauman, Self Portrait As A Fountain, 1966-67.Beeld Bruce Nauman/ProLitteris Zurich

Naumans werk maakt gebruik van de kracht van taal en de kracht van de stem. Moeilijk kiezen, vaak gecombineerd. Al vroeg maakte Nauman een wit kamertje, verlicht door één kale lamp, waar uit kleine speakers zijn stem klinkt die een uur lang deze tekst fluistert, gromt, inhaleert, raspt: ‘Get out of My Head, Get out of this Room’ (1968). Verdwijn uit mijn hoofd, verdwijn uit deze kamer. Blijf er even in staan en de kamer wórdt de binnenkant van het hoofd van de kunstenaar, waar je je als luisteraar in opgesloten en vervolgens uitgejaagd voelt. Twee zinnen, maximaal effect.

Later maakt Nauman veel neon-werken met tekst. Een van de bekendste (en altijd weer interessant om te zien omdat je stemming bepaalt hoe je het opvat), is 100 Live and Die (1984). In dit grote werk aan de wand lichten honderd zinnetjes beurtelings op: ‘hear and live’, ‘tell and die’, 'eat and live’, 'play and die’, et cetera. Weer zijn het eenvoudige instructies, zoals alles bij Nauman aan de basis simpel is, die de ruimte van een heel leven oproepen. Al die mechanische handelingen, tussen leven en dood ingeklemd, vrolijk flikkerend — maar ondertussen.

En dan nog een belangrijk inzicht uit de begintijd: een goed idee is nooit uitgeput en mislukken mag. In 2015 en 2016 maakt Nauman een remake van één van zijn vroegste video’s, die waarop hij door een smalle gang heen en weer loopt, steeds ver door zijn heup zakkend als in de pose van een klassiek beeld. (Walk with contrapposto, 1968). De nieuwe versie is niet om aan te zien. Te gezocht, te ingewikkeld, hij knipt het beeld op in steeds kleinere delen, en in positief en negatief, metersbreed en –hoog geprojecteerd ook nog eens.

Maar dan maakt hij in 2017 kennis met de 4K-3D camera. Hij zet hem neer, loopt er weer op af en er vandaan. Deze keer lukt het wél, door een eenvoudig effect: in de bovenste helft van het beeld zoomt de camera in, in de onderste helft uit, en dan weer terug. Daardoor is er steeds één piepklein moment waarop heel het atelier in 3D geloofwaardig voor je staat, en dan weer uit elkaar valt. En ineens is het daar weer, nu gevaren in een oude man met weinig haar en een buikje: nieuwsgierigheid, oorspronkelijkheid, dat stugge doorzoeken naar iets wat niemand ziet.

Ja hoor, ik ga weer voor de bijl.

Bruce Nauman, All Thumbs, 1996. Beeld Bruce Nauman/ProLitteris Zurich
Bruce Nauman, All Thumbs, 1996.Beeld Bruce Nauman/ProLitteris Zurich

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden