De GidsEmancipatie
Carrière-lessen van Nederlandse zakenvrouwen: ‘Meisjes die vragen worden absoluut niet overgeslagen’
Ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag vroegen we op de Self-Made Summit in Amsterdam, een groot evenement voor ambitieuze vrouwen, naar de valkuilen én carrière-lessen van Nederlandse zakenvrouwen.
Kathleen Oerlemans (47) is groeicoach voor ondernemers met haar bedrijf Business Boosts.
‘Als business-coach voor ondernemers werk ik veel met mannen. Je zou kunnen zeggen dat eigenwijze mannelijke ondernemers mijn specialiteit zijn. Mijn advies aan vrouwen: zeg wat je wilt. Meisjes die vragen worden absoluut niet overgeslagen. Voordat ik de eerste vrouwelijke directeur van het badkamer-accessoire-merk Haceka werd, kwam ik solliciteren voor een compleet andere functie binnen dat bedrijf. Tijdens dat gesprek zei ik dat ik het bedrijf wel zou willen leiden. Mijn nieuwe baas zei bij de tweede ronde: als jij denkt dat je dat kan, dan moet je dat maar gaan doen. Ik had die kans nooit gekregen als ik mijn wens niet hardop had uitgesproken. Ik had geen idee of ik het kon en bestierf het van de angst. Het lukte wel. Onder mijn leiding groeide het bedrijf in 4 jaar van 22 miljoen naar 33 miljoen euro omzet. Je hoort wel eens: kleed je voor de baan die je wilt, niet die je al hebt. Dat geldt ook voor communicatie. Vertel waar je naartoe wilt.
‘Vroeger had ik eerder de neiging af te wachten. Ik wilde zeker weten of ik echt de kennis en vaardigheden in huis had, voordat ik van me liet horen. Die focus op de inhoud, een typisch vrouwelijke eigenschap, kan ook een valkuil zijn. Als je me nu vraagt: kun jij in een Porsche rijden? Dan zeg ik direct: ja. Hoewel ik geen idee heb, want een Porsche rijdt geloof ik heel anders. Maar ik leer het wel.
‘Ook iets wat ik in mijn studententijd bij mijn studentenvereniging heb geleerd: die mannen uit het (old) boys network zijn niet tégen vrouwen. Het zijn vrienden en vrienden promoten elkaar. En dat netwerk is belangrijk. Als je niemand kent, heb je niet zoveel aan de inhoud.’
Sprekers op de Self-Made Summit: You can have it all, maar niet tegelijkertijd
‘De perfecte balans is een mythe’, zegt Lucy Woesthoff, moeder van vier kinderen, op het podium van de Self-Made Summit. Woesthoff is mede-eigenaar van Dromenjager, het mediabedrijf achter onder andere kindermerken Woezel & Pip en Huggy Buddha. ‘Ik werk vijftig of zestig uur per week. Soms vragen mijn kinderen: waarom ben jij nooit voorleesouder? Waarom ben jij geen luizenmoeder? Ik vind het belangrijk dat ze meekrijgen dat mama net zo hard werkt als papa en net zo gedreven is. Ik ben een voorstander van kwaliteit boven kwantiteit. Als ik bij de kinderen ben, dan ben ik daar ook echt.’ De leus ‘having it all’ is volgens Woesthoff lange tijd erg inspirerend geweest voor vrouwen en ook erg nodig om toentertijd aan vrouwen te laten zien dat je gezin en werk prima kunt combineren als je dat ambieert. Maar inmiddels is de leus aan een update toe. Woesthoff: ‘Oprah zei: you can have it all. Just not all at once. Ik heb dagen dat ik aan het rondrennen ben voor mijn werk, dat ik vier dagen achtereen veel uren maak. Dan kan ik mijn kinderen dus niet instoppen.’
‘Alle ballen hooghouden is zó 2016’, zegt Sanny Verhoeven op de summit, moeder en zwanger van haar tweede, van het platform Sanny Zoekt Geluk. ‘Het idee dat ik alles kan doen heb ik losgelaten. De ene week ben ik een leuke vriendin voor mijn vriend, de andere week ben ik er voor mijn vriendinnen. Het kan niet allemaal tegelijk. Tijd voor jezelf creëren is belangrijk. Toen mijn dochter er net was, wilde ik drie dagen gaan werken. Ik propte al het werk in die dagen en had geen tijd om na te denken over wat ik aan het doen was. Nu werk ik vier dagen. Op die vierde dag kan ik naar de markt gaan of lanterfanten – en dan komen de goede ideeën. Dat is belangrijk als je een creatief beroep hebt. Je hebt werken in je bedrijf en werken áán je bedrijf.’
Orfirah Hogeman (30) werkte bij Nestlé en Danone Nutricia ELN en is nu Business Developer bij social enterprise QM intelligence. In vier jaar tijd kreeg ze drie kinderen. Op de Self-Made Summit vertelde ze over het organiseren van haar fulltime baan en privéleven.
‘Ik heb altijd veertig uur per week gewerkt, ook toen ik kinderen kreeg. Ik weet namelijk dat als je als moeder vier dagen gaat werken, je vaak alsnog het werk van vijf dagen aan het doen bent. Je krijgt er alleen niet voor betaald. Dat heb ik bij veel vrouwelijke collega’s gezien.
‘Als ik vertel over mijn werkuren, reageren veel mensen door te zeggen: mis je je kinderen dan niet? Zou je niet minder willen werken? Opeens ben je vooral moeder. Mijn man werkt als fysiotherapeut drie dagen in de week en is de andere twee dagen bij de kinderen. Mannen vertellen mij vaak dat ze dat ook wel zouden willen. Maar parttime werkende vaders worden door werkgevers minder geaccepteerd. Terwijl ik van mijn collega’s direct de vraag kreeg toen ik zwanger bleek: welke dag wordt jouw mamadag?
‘Mijn valkuil? Ik denk dat het vrouw-eigen is om je in het begin veel met de verzorging van de baby te bemoeien en daarbij de man op de vingers te kijken. Je moet je daar niet teveel mee bemoeien. Bijt op je tong. Want die bemoeienis helpt jou later niet, want dan mag jij alles gaan doen. Je wordt samen ouders en je weet samen even weinig. Het is jammer dat het verlof in Nederland niet wat gelijker is verdeeld om een eerlijke taakverdeling aan te moedigen.’
Heleen Lameijer (31) is gespecialiseerd arts op de Spoedeisende Hulp van het Medisch Centrum Leeuwarden, waar ze ook als wetenschapper werkt. Om de kloof tussen de medische wereld en de ‘gewone man’ te verkleinen, richtte ze haar bedrijf Make Science Work op.
‘Er zijn tegenwoordig meer vrouwelijke dan mannelijke studenten geneeskunde en er lopen in het ziekenhuis veel vrouwelijke artsen rond. In die zin gaat het erg goed. Je ziet wel dat het aantal vrouwen op topposities in de medische wereld een beetje achterblijft. Ik denk dat die ongelijkheid een restant is van vroeger, en dat die langzaam zal verdwijnen. Wat me opvalt is dat vrouwelijke artsen er vaker voor kiezen om zich niet te specialiseren, of voor de specialisatie huisarts gaan, wat natuurlijk ook een interessante functie is, maar waarbinnen over het algemeen niet de topfuncties in het ziekenhuis zitten.
‘Mijn moeder werkte fulltime en dus was het bij ons thuis anders dan bij vriendinnen – daar zat de moeder met thee klaar na school. Ik ben opgevoed met het idee dat je als vrouw in dit land alle kansen hebt en dat je die daarom ook moet pakken. Door dat besef ben ik harder gaan werken en heb ik me gespecialiseerd en ben ik gepromoveerd.
‘In de artsenwereld ervaar ik mijn vrouwelijkheid vooral als een voordeel. Ik kan mijn gevoelige kant makkelijker laten zien dan mannelijke collega’s. Van mij als vrouw wordt het eerder geaccepteerd als ik even moet huilen na een heftige casus op de Spoedeisende Hulp. Daardoor hoef ik niets op te kroppen, kan ik beter met mijn emoties dealen en het ook sneller weer loslaten.
‘Ik denk dat veel vrouwen niet durven te vragen wat ze eigenlijk zouden willen. Ik herken dat zelf ook. Dat je bijvoorbeeld een congres ziet waar je heel graag zou willen spreken omdat het perfect aansluit bij het onderzoek waar je mee bezig bent. Dan moet je niet gaan wachten tot de organisatoren bij jou komen, maar erop afstappen. Dat is spannend de eerste keer, want je bent bang dat je opschepperig overkomt. Maar mensen nemen je uiteindelijk alleen maar serieuzer. Ook bij promoties en loonsverhoging moet je het heft in eigen hand nemen. Van mijn promotor heb ik geleerd dat je wél goed moet weten welke richting je op wilt, je moet je verhaal klaar hebben. Hard werken en hopen dat het gezien wordt, is niet genoeg.
‘Ik ben naar buiten getreden met mijn bedrijf Make Science Work om mezelf te profileren als spreker en schrijver. De reden hiervoor is dat ik vind dat vrouwen in Nederland zichtbaarder moeten worden als expert. In de artsenwereld werken veel vrouwen op hoge posities, maar dat is niet duidelijk voor de buitenwereld. Dat wil ik veranderen.’
Emilie Sobels (30), oprichter van Hashtag Workmode en organisator van het evenement Self-Made Summit.
‘Met mijn bedrijf Hashtag Workmode verhuur ik werkplekken aan vrouwelijke ondernemers. Ik zie makelaars vaak kijken als ik op een afspraak verschijn: wat krijgen we nou, wie is dat poppetje? De verwarring is te zien op hun gezicht. Terwijl ik dondersgoed weet waar ik mee bezig ben. Laatst zei een makelaar na onze afspraak verbaasd: jij kan goed onderhandelen. Dat had hij kennelijk niet verwacht. Lange tijd heb ik gedacht: laat mensen mij maar onderschatten. Maar ik merk dat ik het zo langzamerhand ook wel prettig vind als mensen me serieus nemen.
‘Ik verontschuldig me niet langer voor van alles. Als ik een reminder krijg via de e-mail, schrijf ik niet meer ‘o, sorry dat ik nu pas reageer’, maar bedank ik de afzender vriendelijk voor de herinnering. Zo buig je het om. Het zit in mijn karakter, en waarschijnlijk ook in onze cultuur, om snel mijn excuses aan te bieden, ook als iemand anders bijvoorbeeld tegen mij opbotst op straat. We willen allemaal aardig gevonden worden, vooral vrouwen, denk ik. Hoe ga je ermee om als je kritiek krijgt? Hoe zichtbaarder je wordt, hoe meer mensen een mening over je zullen hebben.
In de bestseller Nice Girls Don’t Get the Corner Office schrijft Lois P. Frankel dat vrouwen niet met een hoog stemmetje moeten praten. Sobels: ‘Die hoge stem heb ik nou eenmaal, die ga ik niet veranderen. Ik ben blond, klein van stuk, ik heb grote ogen en draag vaak een rokje. Lange tijd zag ik mezelf meer als meisje en identificeerde ik me niet met de term ‘vrouw’, maar dat probeer ik me nu meer eigen te maken. Ik ben 30, kom op.’
‘Een waardevol carrièreadvies dat me is bijgebleven is dat je als ondernemer niet automatisch ook een goede manager hoeft te zijn. Het aansturen van een team van twintig mensen is een vak apart. Je kunt dat als CEO ook uitbesteden en focussen op waar je echt goed in bent: de strategie van je bedrijf.’
Nancy Poleon werkte jarenlang in de muziekindustrie als marketingmanager van BMG in Londen voor muzikanten als Britney Spears, Alicia Keys, Pink en Prince. Ze richtte BrandedU op, een personal branding-programma voor vrouwen.
‘Toen ik voor mezelf begon had ik last van het imposter syndrome: wie ben ik? Kan ik dit wel? Ik zal nooit de dag vergeten dat ik mijn cursus online zette, ik was zo bang. Ik denk dat vrouwen sneller de neiging hebben aan zichzelf te twijfelen, en dat is jammer en onnodig.
‘Om carrière te maken moet je zichtbaar zijn. Ik leer vrouwen om te ontdekken wat hen relevant maakt. Waar wil jij om bekend staan? Waar moeten mensen jou mee associëren? Het kan soms eng zijn om op de voorgrond te treden. ‘You have to lean into the discomfort’, zei hoogleraar Bréne Brown in een TedTalk. Dat vind ik een mooie manier om er tegenaan te kijken. Juist wanneer het ongemakkelijk is, levert het je uiteindelijk veel op.
‘Intuïtie is voor mij als vrouwelijke ondernemer heel belangrijk. De keren dat ik voelde dat ik een klant niet moest aannemen, maar het toch deed omdat ik dacht dat het moest, ging het toch mis. Dan werd ik zo pissig op mezelf. Intuïtie is een zintuig, net als proeven en horen. Nee zeggen tegen een opdrachtgever is moeilijk. Zeker als vrouw, want we zijn opgevoed met het idee dat we een lief meisje moeten zijn.’