onze gids deze week

Blaudzun over zijn inspiratiebronnen: ‘Die jezusrockers hebben me nooit helemaal losgelaten’

Het nieuwe album van muzikant Blaudzun bleef door omstandigheden twee jaar op de plank liggen. Maar zijn muziek, die beweegt tussen donkerte, melancholie enerzijds en licht en veerkracht aan de andere kant, past wonderwel bij de huidige tijd. Blaudzun gidst zorgvuldig langs zijn inspiratiebronnen.

Menno Pot
Blaudzun
 Beeld Daniel Cohen
BlaudzunBeeld Daniel Cohen

Tijdens de eerste coronalockdown, toen iedereen angstvallig binnenbleef, reed Johannes Sigmond (47) op zijn racefiets over de doodstille, verlaten Veluwe. ‘Er hing een gekke, desolate sfeer,’ zegt hij, op kantoor bij zijn platenmaatschappij V2 in Hilversum. ‘Op zeker moment reed er een auto voorbij. Ik keek en zag dat er een bruidspaar in zat. Mijn eerste gedachte was: die zijn stapelgek, wie gaat er nou in deze tijd trouwen? En toen dacht ik: natúúrlijk trouwen ze. Waarom niet? Mensen maken er iets van. Zelfs in oorlogssituaties zijn er huwelijken, worden mensen verliefd, vinden ze een manier om uit te gaan. Die veerkracht, daarvan gaat veel troost uit. Er is altijd licht in de duisternis. Sterker: in het donker zie je dat licht het best.’

Het had een Blaudzun-song kunnen zijn. Zo werkt dat vaak in de werelden die hij schept: altijd melancholie en donkerte, altijd een gevoel van gemis, maar ook altijd menselijke veerkracht. Hoop.

Zijn nieuwe, zesde Blaudzun-studioalbum Lonely City Exit Wounds is daar geen uitzondering op. De songs waren al goeddeels af op het moment dat het kersverse bruidspaar hem passeerde (een lockdown- of coronaplaat kan het album dus onmogelijk zijn), maar hij schaafde nog aan teksten en schreef er nog enkele nummers bij. De smachtende zangstem en de passievolle rock herkennen we na al die jaren uit duizenden. Hoe kon hij weten dat het geheel ‘door omstandigheden’ nog bijna twee jaar op de plank zou blijven liggen?

Het Veluwse tafereel zou trouwens niet eens passend zijn geweest voor het album. Als op Lonely City Exit Wounds een hoofdrolspeler valt aan te wijzen, is het de stad; de plaats van handeling op Blaudzuns plaat.

‘Het is het vertrekpunt. Alle verhalen spelen zich af in een vrij desolaat stedelijk decor. Steden worden altijd bevolkt door mensen die iets zoeken. Veel liedjes beginnen bij die leegte, maar ze stijgen wel op, meer nog dan op eerdere albums, denk ik. Achteraf kan ik wel zien dat ik veel teksten in lockdown heb geschreven: ik heb me enorm op het positieve gericht en mezelf aan mijn haren uit de modder getild.’

Inderdaad, dat hoor je. Op Lonely City Exit Wounds staan een paar van de opbeurendste en hitgevoelige songs die Blaudzun schreef. Closer. Real Hero. Of, over veerkracht gesproken: End Times Kissing in the Daytimer.

‘Weet je wat een daytimer is? In Groot-Brittannië had je in de jaren tachtig clubs die overdag open waren. Daar gingen vooral Aziatische jongeren naar toe, want die mochten ’s avonds en ’s nachts niet uitgaan van hun ouders. Dus gingen ze overdag, in schooluniform, naar de daytimer: dansen, drinken, zoenen en aan het eind van de middag netjes naar huis met een voorbereide smoes. Ze lieten zich niet kisten, ze zochten een manier. Mooi toch?’

We treffen elkaar op 18 januari, kort voor de albumrelease, wanneer de tourplannen staan nog in de ijskast staan, maar versoepelingen van de lockdown zichtbaar zijn aan de horizon. Sigmond heeft goede hoop dat de clubtournee in maart kan doorgaan. Die hoop zal terecht blijken. Blaudzun mag weer de wei in.

‘Omdat het album over de stad gaat, leek het ons leuk om in elke stad waar we optreden de lokale stadsdichter om een gedicht te vragen en een dichtbundel met stadsgedichten samen te stellen, die bij de optredens te koop zal zijn. Die gedichten waren al een tijdje binnen. Toen ik er een inleiding bij wilde schrijven, realiseerde ik me ineens hoe lang het album op de plank heeft gelegen en hoe profetisch dat beeld van de desolate stad achteraf is, al schreef ik het gros van de songs al in 2019.’

Tijd om te gidsen. De terugkerende thema’s uit Blaudzuns muziek zullen we nog tegenkomen in de dingen die hij mooi vindt.

null Beeld .
Beeld .

1. ALBUMHOES:

Serge Gainsbourg: Histoire de Melody Nelson (1971)

‘Als favoriet album zou ik Kid A van Radiohead kunnen noemen, omdat ik in het cd-tijdperk altijd een exemplaar in mijn tas had.

Maar ik noem liever Histoire de Melody Nelson van Serge Gainsbourg, een conceptalbum dat nu controversieel zou zijn vanwege de thematiek: de liefde tussen een oudere man en een meisje van 15.

De muziek is prachtig, maar ik heb vooral ook iets speciaals met de hoes. Ik heb zes of zeven persingen en heruitgaven in huis. Er staat altijd een exemplaar bij mijn platenspeler: ik móét die hoes kunnen zien, om de een of andere reden.

Het album vertelt een Lolita-achtig liefdesverhaal, maar de hoesfoto van Jane Birkin als Melody vind ik niet eens echt erotisch. Eerder onschuldig, naturel en gewoon mooi. Haar rode haren, ontblote bovenlijf, de pop die ze vasthoudt en haar spijkerbroek; het steekt allemaal zo mooi af tegen het helderblauwe decor. Die kleur is zó goed gekozen.

Dat blauw intrigeert me, want het is op bijna elke persing anders: soms wat groenig, soms heel zuiver hemelsblauw, nu eens heel licht, dan weer wat donkerder. Als ik in een platenzaak ben, kijk ik altijd of ze Melody Nelson wel hebben staan en welke kleur de hoes heeft. Noem het een dwangneurose.’



Larry Norman Beeld Getty
Larry NormanBeeld Getty

2. MUZIKANT:

Larry Norman (1947-2008)

‘Ik ben opgegroeid in de Pinkstergemeente. Popmuziek werd bij ons thuis niet gedraaid, alleen christelijke popmuziek. Mijn opa importeerde dat repertoire uit Amerika en verkocht het in Europa. Ik groeide ermee op. Die jezusrockers hebben me nooit helemaal losgelaten. Er zitten geweldige muzikanten tussen, zoals Steve Taylor, de christelijke David Bowie.

De grote man in de relirock was Larry Norman, de christelijke hippie met lang blond haar, die goede, maatschappijkritische teksten schreef. ‘Jesus is for losers,’ dat soort zinnen, daar bleef je wel over nadenken. Of de titel van een van zijn grote hits: Why Should the Devil Have All the Good Music? Hij was de christelijke Bob Dylan.

Rond 2000 was ik bassist in de band Beam en heb ik in de begeleidingsband van Larry Norman gespeeld tijdens een Europese tournee. Die man was een grootheid in mijn ogen, maar hij las zijn teksten van papieren op een standaard. Dat vond ik zo sneu.

Zijn albums staan op Spotify. Probeer maar eens. Hij zal je verbazen. Begin met Only Visiting This Planet uit 1972.’

Albert Adrià

 Beeld Getty Images
Albert AdriàBeeld Getty Images

3. CHEF:

Albert Adrià

‘Als ik naar een buitenlandse stad ga, reserveer ik een goed restaurant nog vóór ik een hotel zoek. Ik houd van haute cuisine. Vooral in Spaanse steden aan de kust. Barcelona. Málaga. Baskenland.

Ik zou graag restaurant Enigma in Barcelona hebben getipt, waar ik mijn bijzonderste culinaire avond ooit beleefde. Als reserveringsbevestiging kreeg je een toegangscode. Het restaurant was een labyrint: je ging van ruimte naar ruimte. In elke kamer kreeg je iets kleins, vaak door een kok aan je tafel bereid.

Maar helaas: Enigma heeft de coronacrisis niet overleefd. Vóór Enigma maakten de broers Ferran en Albert Adrìà samen het Catalaanse restaurant El Bulli wereldberoemd: Ferran was er de chef. Er werd gekookt als in een laboratorium, op moleculair niveau.

Toen El Bulli sloot, opende Albert in Barcelona een handvol nieuwe zaken, waaronder Bodega 1900, Pakta, de tapasbar Tickets en ook Enigma. Volgens mij zijn al die zaken nu gesloten. Failliet.

Ferran was de grote man van El Bulli, maar eigenlijk vind ik Albert interessanter: hij is de man van de wilde ideeën en de unieke concepten. Hij verzint zeker weer iets en het zal zeker weer fantastisch zijn.’

null Beeld Universal Images Group via Getty
Beeld Universal Images Group via Getty

4. WIJN:

Natuurwijn

‘Bij lekker eten drink ik het liefst goede natuurwijn. Veel wijndrinkers hebben iets tegen natuurwijn, omdat het vaak troebel is en zelfs nogal kan stinken. Natuurwijnen hebben een reformwinkelimago, maar ik ben ze gaan waarderen: je moet ze leren drinken, maar die moeite loont.

Het is de zuiverste en natuurlijkste manier om wijn te produceren: druivenpluk met de hand en een vinificatieproces zonder onnatuurlijke ingrepen. Geen suiker of chemische processen. Bijkomend voordeel: omdat er geen sulfiet is toegevoegd, krijg je er nauwelijks een kater van. Nauwelijks hoofdpijn.

Het leuke is dat bijna alle natuurwijn gemaakt wordt door ontzettend bevlogen wijnmakers, die een diepe liefde voelen voor het proces en hun ambacht tot kunst verheffen. Als ik in een wijngebied ben, zoals afgelopen zomer op Sicilië, zoek ik wijnboeren op die natuurwijn maken. Mijn favoriete culinaire streken in Spanje zijn ook befaamd om hun natuurwijnen: Catalonië, maar vooral ook Baskenland.’

null Beeld Koppel Bikeshop
Beeld Koppel Bikeshop

5. FIETS:

Koppel-bike

‘Je weet dat ik een fietser ben. Ik ben dol op de koers, maar ook andere vormen van fietsen vind ik heerlijk. Het zijn ook de enige momenten dat ik even afgesloten ben van de buitenwereld: geen telefoon, geen mail, zelfs geen muziek. Ik ga vaak alleen.

Sinds kort heb ik een gravel bike van het merk Koppel, ontworpen door Tom Hoekstra van Koppel Bikeshop uit Amersfoort. Hij werkte als mecanicien voor profteams. Ik zit heerlijk op die fiets, want hij is op maat voor me gemaakt en dat scheelt nogal als je ruim 2 meter lang bent. Het is een fiets van titanium: heel robuust.

Ik stap ongeveer drie keer per week op de fiets. Van die drie keer pak ik twee keer mijn gewone racefiets. Dan fiets ik zo hard als ik kan en ga ik helemaal naar de tering. Heerlijk, maar de derde keer wil ik ook weleens ontspannen fietsen, over de hei of door het bos, bijvoorbeeld over de Utrechtse Heuvelrug. Dan pak ik dus mijn Koppel, waarop ik als vanzelf ontspannen trap. Dan fiets ik gewoon en kom ik als herboren thuis.’

6. APP:

Internet Movie Database (IMDb)

‘Ik ben een filmgek. Ik kijk álles. Of liever gezegd: ik kéék alles, want de laatste jaren begin ik me te realiseren dat je in je leven maar een beperkte hoeveelheid tijd hebt. Dus ben ik kritischer geworden. Ik weet binnen vijf minuten of een film goed is. Zo nee, dan zet ik ’m uit. Ik wil geen tijd verdoen met bagger.

Ik selecteer op voorhand streng. Daarvoor is de app van de Internet Movie Database (IMDb) mijn onmisbare kompas. IMDb brengt van elke film de belangrijke recensies samen en toont ook het scoresysteem ‘Metascore’. Die moet goed zijn – en vervolgens kijk ik specifiek naar de beoordelingen door IndieWire, Variety, Hollywood Reporter en de Britse krant The Guardian. Als die enthousiast zijn, zit ik goed. Soms gaat het alsnog mis, maar niet vaak.’

7. FILM:

Pedro Almoldóvar: Volver (2006)

‘Ik ben zo iemand die zijn filmsmaak met zachte hand aan mensen wil opdringen, dat geef ik eerlijk toe. Als iemand bijvoorbeeld zegt dat hij nog nooit iets van Almoldóvar heeft gezien, dan denk ik: gast, kom op. Dan bedenk ik een plan, een volgorde, om diegene op te voeden.

Als je het werk van Almoldóvar niet echt goed kent, dan begin je met Volver, wat misschien zijn beste film is en zeker zijn meest toegankelijke. Mooi verhaal. Mooie sfeer van zonnige melancholie. Het is misschien wel mijn lievelingsfilm. Ik bekijk hem minstens eenmaal per jaar, net als bijvoorbeeld Any Way The Wind Blows (2003) van Tom Barman.

Bij Almoldóvar zitten de vrouwen altijd vast in een traditioneel rollenpatroon, maar zijn ze tegelijk de baas, de sterkste karakters in het verhaal. Dat vind ik zo mooi bij hem: het begint met pijn en eenzaamheid, maar uiteindelijk is er altijd troost. Zo beschouwd heeft Almoldóvar mij als muzikant beïnvloed. Hij hoort voor mij tot de beste regisseurs ter wereld en Volver is zijn meest hoopvolle film.’

Martijn Teerlinck Beeld Adriaan van der Ploeg
Martijn TeerlinckBeeld Adriaan van der Ploeg

8. DICHTBUNDEL:

Martijn Teerlinck: Ademgebed (2014)

‘Zoals ik vroeger altijd een exemplaar van Radioheads Kid A in mijn tas had, zit er de laatste tijd altijd een exemplaar van Ademgebed in, de postume dichtbundel van Martijn Teerlinck.

Teerlinck (1987-2013) won in 2010 het Nederlands kampioenschap Poetry Slam met zijn bezwerende, ritmische poëzie. Hij had het syndroom van Marfan, een chronische ziekte van het bindweefsel die tot misvormingen leidt, aan het lichaam, maar uiteindelijk ook aan vitale organen als het hart, de longen en de slagaderen.

Hij zou maar 26 jaar worden: in december 2013 overleed hij. Zijn bundel Ademgebed verscheen postuum. Bij leven had het monstertalent nog wel een geweldig funky r&b-album uitgebracht. Het prestigieuze Britse indielabel Domino bracht kort voor zijn dood zijn prachtige titelloze debuutalbum uit, onder de artiestennaam The Child of Lov.

Zowel in zijn muziek als zijn gedichten hoor je dat hij wist dat hij niet veel tijd had. Hij maakte kunst met de dood op z’n hielen. Opnieuw: vanuit pijn en eenzaamheid een enorme menselijke veerkracht tonen. Dat biedt zo veel troost. Ik vraag me alleen af of hij het wel leuk zou hebben gevonden: zijn poëzie in boekvorm. Hij was een man van het podium. Ik vind het jammer dat ik hem nooit heb ontmoet.’

Korenveld met maaier en zon. Beeld Kröller-Müller Museum
Korenveld met maaier en zon.Beeld Kröller-Müller Museum

9. SCHILDERIJ:

Vincent van Gogh: Korenveld met maaier en zon (1889)

‘Kunst maken met de dood op de hielen, dat deed Vincent van Gogh ook. In de laatste fase van zijn leven, toen hij van zenuwinzinking naar zenuwinzinking ging en in een gesticht woonde, maakte hij zijn mooiste doeken. Ik ga elk jaar drie keer naar het Kröller-Müller Museum, op een rustig moment, alleen maar om in de laatste zaal naar de Van Goghs te kijken.

De herfst wordt door veel mensen gezien als het begin van het verval, het voorportaal van de winter. Ik zie de herfst juist als de climax van de zomer: de natuur haalt nog één keer álles uit de kast, alle kleuren en geuren die je kunt verzinnen. Mijn album Heavy Flowers refereert daaraan en ik zie het ook terug op mijn favoriete Van Gogh: Korenveld met maaier en zon. Niet te verwarren met Korenveld met maaier, twee schilderijen verderop. Op dat schilderij is de lucht groenig.

Van Gogh moet in 1889 geweten hebben dat hij niet lang meer had. En dan zo’n doek maken: die ondergaande zon geeft nog één keer alles wat hij heeft, het gouden licht spat van dat korenveld. Zoveel kracht. Dat schilderij voelt voor mij als een oude vriend die ik een paar keer per jaar wil opzoeken.’

CV Blaudzun

26 oktober 1974 Geboren in Arnhem als Johannes Sigmond.

1997 Bassist in de band Beam.

2006 Pseudoniem Blaudzun.

2007 EP Loveliesbleeding in eigen beheer.

2008 Debuutalbum Blaudzun.

2010 Seadrift Soundmachine.

2010 Wielerdocumentaire Il Lombardia.

2012 Heavy Flowers.

2013 Edison ‘Beste Zanger’.

2014 Promises of No Man’s Land.

2015 Soundtrack wielerfilm Ventoux.

2015 Elektronisch zijproject Haty Haty.

2016 Eerste deel EP-trilogie Jupiter.

2018 UP.

2019 Soundtrack expositie Sigmar Polke (Cobra Museum).

2022 Lonely City Exit Wounds, (V2).

Met muziekjournalist en oud-wielrenner John den Braber maakt Sigmond de podcast De Grote Plaat, over wielersport en muziek.

Live: 10 maart Maassilo, Rotterdam. 12 maart 013, Tilburg. 13 maart Muziekgieterij, Maastricht. 14 mei Paradiso, Amsterdam. Nieuwe clubtournee in oktober.

In een eerdere versie van dit artikel stond niet Korenveld met maaier en zon van Vincent van Gogh afgebeeld, maar Korenveld met maaier. Dit is gecorrigeerd.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden